Op 26 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en daarvoor geschikte munitie. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 6 mei 2020 in Rotterdam aangehouden met een pistool van het merk Colt type Combat Elite kaliber .45 acp en zeven kogelpatronen van hetzelfde kaliber. De officier van justitie, mr. N. Coenen, had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar de rechtbank oordeelde anders.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij gelet op de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van het ongecontroleerde bezit van vuurwapens. Ondanks dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten, vond de rechtbank het noodzakelijk om streng op te treden. De rechtbank heeft de gevangenisstraf vastgesteld op zes maanden, waarbij rekening is gehouden met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting.
Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder het vuurwapen en de munitie, onttrokken worden aan het verkeer. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving. De rechtbank heeft ook gelast dat de in beslag genomen geldbedragen en Louis Vuitton tassen bewaard worden ten behoeve van de rechthebbende, aangezien er momenteel geen rechthebbende kan worden aangemerkt. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.