ECLI:NL:RBROT:2022:6702

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
11 augustus 2022
Zaaknummer
10/655006-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en munitie

Op 26 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen en daarvoor geschikte munitie. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 6 mei 2020 in Rotterdam aangehouden met een pistool van het merk Colt type Combat Elite kaliber .45 acp en zeven kogelpatronen van hetzelfde kaliber. De officier van justitie, mr. N. Coenen, had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar de rechtbank oordeelde anders.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij gelet op de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van het ongecontroleerde bezit van vuurwapens. Ondanks dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten, vond de rechtbank het noodzakelijk om streng op te treden. De rechtbank heeft de gevangenisstraf vastgesteld op zes maanden, waarbij rekening is gehouden met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting.

Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder het vuurwapen en de munitie, onttrokken worden aan het verkeer. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving. De rechtbank heeft ook gelast dat de in beslag genomen geldbedragen en Louis Vuitton tassen bewaard worden ten behoeve van de rechthebbende, aangezien er momenteel geen rechthebbende kan worden aangemerkt. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/655006-20
Datum uitspraak: 26 juli 2022
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
adres: [adres].

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 juli 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Coenen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 06 mei 2020 te Rotterdam, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Colt type Combat Elite kaliber .45 acp en een patroonmagazijn
en daarbij horende munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
- munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie III te weten 7 kogelpatronen, kaliber .45 acp, voorhanden heeft gehad.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De verdachte heeft in een woning een geladen vuurwapen en voor dat vuurwapen geschikte munitie binnen handbereik voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie vormt een onaanvaardbaar gevaar voor de veiligheid van personen en heeft een grote maatschappelijke impact. Het voorhanden hebben van een vuurwapen leidt immers al te vaak tot het gebruik daarvan, met alle gevolgen van dien. Tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens moet daarom streng worden opgetreden.
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting die de rechtbanken hebben vastgesteld.
Gezien de ernst van de feiten en de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf, ook wanneer het gaat om iemand - zoals de verdachte - zonder eerdere veroordelingen op het gebied van de Wet wapens en munitie. Bij het voorhanden hebben van een pistool in een woning vermelden de genoemde oriëntatiepunten als uitgangspunt een gevangenisstraf van 4 maanden. Dat het pistool geladen was met scherpe munitie en binnen handbereik is aangetroffen weegt de rechtbank mee in strafverzwarende zin.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 6 maanden passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst in bijlage III. Het pistool, de patroonhouder en de patronen (nr. 15) zullen worden onttrokken aan het verkeer, omdat het feit met betrekking daarmee is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Ten aanzien van de in beslag genomen geldbedragen (nrs. 1 t/m 7 en 9 t/m 11) en de Louis Vuitton tassen (nrs. 22 t/m 24) zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beveelt de gevangenneming van de verdachte (afzonderlijk geminuteerd);
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: nr. 15;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van: nrs. 1 t/m 7, 9 t/m 11 en 22 t/m 24.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
mrs. A. Bonder en M.J.C. Spoormaker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Soeteman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 26 juli 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
hij op of omstreeks 06 mei 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, (een) wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Colt type Combat Elite kaliber .45 acp en/of een patroonmagazijn
en/of (daarbij horende) munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
- munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie III te weten 7 kogelpatronen, kaliber .45 acp, voorhanden heeft gehad.