Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde feit (opzetwitwassen);
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.
4..Waardering van het bewijs
- een auto (ter waarde van 25.500 euro) en
- (luxe/dure) (huishoudelijke) goederen en
- geldbedragen (overgeboekt op rekening(en) ten name van haar, verdachte en [naam medeverdachte] en hun kind [naam 2] en op rekening van Inkassier gerechtsdeurwaarder),
heeftgehad,
heeftovergedragen en/of omgezet, en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat
dievoorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk – afkomstig
warenuit enig misdrijf.
5..Strafbaarheid feit
schuldwitwassen.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 (zestig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
- een auto (ter waarde van 25.500 euro) en/of
- (luxe/dure) (huishoudelijke) goederen en/of
- geldbedragen (overgeboekt op rekening(en) ten name van haar, verdachte en/of [naam medeverdachte] en/of hun kind [naam 2] en/of op rekening van Inkassier gerechtsdeurwaarder),