ECLI:NL:RBROT:2022:6691

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
9920110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht beroep op loonstopzetting na cosmetische ingreep in het buitenland

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Small Kidz Bredestraat B.V. [eiseres] was in dienst als Pedagogisch Medewerker en had zich ziek gemeld na een borstverkleining die zij in Turkije had ondergaan. Small Kidz weigerde de loondoorbetaling met een beroep op artikel 7:629 lid 3 BW, stellende dat de arbeidsongeschiktheid opzettelijk was veroorzaakt door de keuze voor een cosmetische ingreep. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende medische redenen waren voor de ingreep en dat [eiseres] niet opzettelijk haar arbeidsongeschiktheid had veroorzaakt. De rechter wees de vordering van [eiseres] toe, inclusief de wettelijke verhoging en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde Small Kidz tot doorbetaling van het loon vanaf 23 april 2022. De uitspraak benadrukt de bescherming van werknemers bij ziekte en de strikte voorwaarden waaronder een werkgever kan afzien van loondoorbetaling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: : 9920110 VV EXPL 22-228
datum uitspraak: 13 juli 2022
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats [woonplaats eiseres],
eiseres,
gemachtigde: mr. S. Foullani,
tegen
de besloten vennootschap
Small Kidz Bredestraat B.V.,
vestigingsplaats Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P. Tchai.
Partijen worden hierna “[eiseres]” en “Small Kidz” genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 maart 2022, met bijlagen***;
  • het antwoord, met bijlagen.
1.2.
Op 29 juni 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.

2..De feiten

2.1
Small Kidz is een onderneming die diensten aanbiedt met betrekking tot kinderopvang en buitenschoolse opvang.
2.2
[eiseres] is op 1 januari 2015 in dienst getreden bij Small Kidz in de functie van Pedagogisch Medewerker. Haar salaris bedraagt € 1.435,56 per maand exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Kinderopvang van toepassing.
2.3
Vanwege klachten aan rug en schouders heeft de huisarts van [eiseres] haar in november 2020 verwezen naar de afdeling plastische chirurgie. De vraagstelling van de huisarts hierbij was: “gaarne nogmaals uw beoordeling in verband met hypertrofische mammae: reductie mogelijk?
2.4
Begin maart 2022 heeft [eiseres] aan Small Kidz laten weten dat zij voornemens was een borstreductie te laten verrichten in Turkije. Small Kidz heeft [eiseres] toen laten weten dat zij graag juridisch advies wenste in te winnen. Per Whatsapp heeft Small Kidz toen op 3 maart 2022 het volgende aan [eiseres] bericht:
“[eiseres], morgen ontvang ik meer info over rechtmatig afwezig/ziek bij cosmetische ingreep buitenland. Laat ik direct weten ok? Gr.”
[eiseres] bericht vervolgens op 4 maart 2022 terug:
“Is goed [naam], groetjes”.
2.5
[eiseres] is naar het preventiespreekuur van de bedrijfsarts gegaan. Bij brief van 11 maart 2022 heeft de bedrijfsarts het volgende advies uitgebracht:
“[eiseres] verwacht op de korte termijn (medio eind april) een gerichte behandeling te
ondergaan wegens medische klachten. Het advies is dat [eiseres] in goed overleg met
werkgever afspraken maakt over een ziekmelding. Hierbij is mijn advies dat [eiseres] vlak voor de gerichte behandeling wordt ziekgemeld wegens de medische klachten en gerichte behandeling voor die medische klachten. De verwachting is dat [eiseres] conditionele beperkingen zal hebben tijdens het herstel na de gerichte behandeling. Volgens de Wet Verbetering Poortwachter zal ik [eiseres] 6 weken na ziektemelding spreken om de situatie met haar te evalueren. Probeer tijdens het ziekteverzuim periodiek de stand van zaken met elkaar te evalueren
Vragen?
Heeft u vragen? Neem dan contact op met (…)”.
2.6
Op 16 maart 2022 heeft tussen [eiseres] ([eiseres]) en Small Kidz ([naam]) de volgende e-mailwisseling plaatsgevonden:
“Hoi [naam],
Ik merk dat de relatie door de huidige situatie is vertstoord. Hoe dan ook vind ik dit erg jammer. Men kan nooit weten wat er gaat gebeuren in het leven. Ik heb niet gekozen voor deze situatie.
Maar voor de duidelijkheid. De operatie zal 22 april gaan plaatsvinden. Vanaf deze datum wil ik me dan ook ziekmelden. De arbo dienst is hiervan op de hoogte.
Gr,
[eiseres]”
“hallo [eiseres],
ik ben me van geen storing in de relatie bewust; althans niet van mijn kant;
je hebt verlof aangevraagd daags vanaf 25 april en daarna heb je aangeven in dat verlof een ingreep ondergaan; je gaf aam cosmetica en naar ik nu begrijp medisch;
gister deelde je mij mee dat je vanaf 21 of 22 april verlof nodig hebt:
dat was weer een ander verhaal en daar heb ik op geanticipeerd en je verwezen naar de roostermaker;
je hebt extra verlof aangevraagd en dat is toegekend;
voor mij een vreemde gang van zaken maar lijkt mij nu voor jou toch allemaal geregeld?
Met vriendelijke groet,
[naam]”
“excuses voor de tikfouten in de snelheid:
Hallo [eiseres],
ik ben me van geen storing in de werkrelatie bewust:
althans niet van mijn kant;
je hebt verlof aangevraagd vanaf 25 april, en 6 weken zomerverlof , totaal, 7 weken, omdat wij hebben afgesproken dat jij 2 extra weken kon opnemen als je daar groepsgebonden taken voor zou doen;
ik heb het verlof van april goedgekeurd en daarna gaf je aan dat je in dat verlof een cosmetische ingreep zou ondergaan in het buitenland:
bij de arbodienst is nu vastgesteld dat dit een medische ingreep is; dus prima; dat heb ik gister ook verteld; het is wat het is, ook al blijft het voor mij verrassend deze gang van zaken, dat heb ik je ook eerlijk verteld:
nu gaf je gister wederom als verrassing aan dat je vanaf 21 april vrij moest hebben omdat je al geboekt had...
als ik dan aangeef dat dat mij dat te ver gaat is dat geen verstoring van de werkrelatie maar ben ik weer verbaasd dat je nu voor de 2e keer met een verrassing komt...
ik heb je wederom in deze situatie verwezen naar de rootsremaker en naar ik begrijp is je verlof wederom
goedgekeurd...
dus ik begrijp niet zo goed waar jouw waarneming van een verstoorde werkrelatie op gebaseerd is?
Met betrekking tot je ziekmelding verwacht ik zoals de procedure voorschrijft, en ook de arbo arts mij heeft verteld en bevestigd, een telefonische ziekmelding vanaf de dag dat je ziek bent, ook als je in het buitenland bent.
Dat kan je niet vooraf doen.
Wat mij betreft zijn er geen problemen, ik weet dat al je verzoeken tot op heden zijn ingewilligd en ik denk dat je van een beetje verbazing van mijn kant omtrent de situatie geschrokken bent…maar zoals gezegd.. het is nu allemaal prima geregeld toch?
gr”
2.7
Op 23 maart 2022 heeft Small Kidz aan [eiseres] het volgende bericht:
“Betreft: stopzetting loon ex. Artikel 7:628 lid 1
(…)
Recentelijk heeft u zich tot mij gewend met de boodschap dat u in de periode [xxxx] voornemens bent een cosmetische ingreep te ondergaan in het buitenland. De cosmetische ingreep ondergaat u vrijwillig en kunt u in Nederland niet ondergaan, omdat deze ingreep voor u in Nederland niet medisch noodzakelijk en medisch niet toegestaan dan wel niet verantwoord wordt geacht.
Zoals reeds mondeling aangegeven - dat bevestig ik hierbij graag schriftelijk - ik u kenbaar
gemaakt dat (1) afwezigheid van werk wegens het
ondergaanvan een cosmetische ingreep en (II) de afwezigheid van werk
voor het daarna volgende herstel,conform de Nederlandse wet- en
regelgeving voor uw eigen rekening komen. U kiest er immers zelf voor om willens en wetens en zonder medische noodzaak naar het buitenland te vertrekken voor het laten verrichten van deze ingreep en u bent op de hoogte van het feit dat u na de cosmetische ingreep enige tijd afwezig zal zijn van werk teneinde van de cosmetische ingreep te herstellen. Dit betekent dat de periode waarin deze gebeurtenis plaatsvindt en voortduurt, op grond van de wet (artikel 7:628 BW) in redelijkheid voor uw rekening dient te komen en dat u conform de wet (artikel 7:629 lid sub a BW) geen recht heeft op doorbetaling van uw loon heeft omdat eventuele ziekte die voortvloeit uit de ingreep (zijnde het herstel) door opzet is veroorzaakt. Small Kidz zal derhalve vanaf de datum waarop het werk wordt gestaakt, geen loon meer aan u verschuldigd zijn om bovengenoemde redenen.
Nogmaals: de oorzaak en gevolgen van het niet verrichten van de arbeid voorafgaand, tijdens en na de cosmetische ingreep komen geheel voor uw risico, omdat u er zelf voor kiest deze ingreep in het buitenland te laten verrichten, zonder dat hiervoor een medische noodzaak is en omdat u zich reeds voor het laten verrichten van de ingreep bewust bent van het feit dat u na de ingreep enige tijd niet zal werken. U maakt dus willens en wetens de keuze om afwezig te zijn op werk wegens een gebeurtenis die in alle redelijkheid niet voor rekening van de werkgever komt.
Small Kidz zal vanaf de datum waarop u het werk staakt wegens bovengenoemde redenen, niet langer het loon aan u betalen. Zodra u de werkzaamheden volledig hervat, hervat de loondoorbetaling eveneens.
Indien u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebt, kunt u zich wenden tot ondergetekende.
(…)
Met vriendelijke groet,
[naam]”
2.8
Op 22 april 2022 heeft [eiseres] een borstverkleining ondergaan in Turkije. Op 23 april 2022 heeft [eiseres] zich bij Small Kidz ziek gemeld.
2.9
Small Kidz heeft op 23 april 2022 [eiseres] per brief laten weten dat de loondoorbetaling
per 23 april 2022 wordt stopgezet. In de brief staat – voor zover van belang – het volgende:
“ Hedenmorgen heeft u zich ziek gemeld voor het verrichten van uw werkzaamheden voor Small Kidz B.V.
Small Kidz heeft moeten constateren dat u zich niet houdt aan de op grond van de wet
voorgeschreven verplichtingen van een werknemer om in aanmerking te komen voor de doorbetaling
van loon bij ziekte. Daartoe is het volgende van belang:
De reden voor uw afwezigheid op het werk is dat u een cosmetische ingreep heeft laten verrichten in
het buitenland. De cosmetische ingreep ondergaat u vrijwillig en kunt u in Nederland niet ondergaan,
omdat deze ingreep voor u in Nederland niet medisch noodzakelijk en medisch niet toegestaan dan
wel niet verantwoord wordt geacht. U heeft mij hier mondeling van de op de hoogte gesteld en dit
ook aan collega(s) verteld. Een en ander kan — indien en voor zover dit rechtens wordt vereist —
worden onderbouwd met (schriftelijke) getuigenverklaringen.
Zoals reeds mondeling en d.d. 23 maart 2022 ook schriftelijk aangegeven, heb ik u kenbaar gemaakt
dat (1) afwezigheid van werk wegens het ondergaan van een niet noodzakelijke, cosmetische ingreep
en (II) de afwezigheid van werk voor het daarna volgende herstel, conform de Nederlandse wet- en
regelgeving voor uw eigen rekening komen. Dit betekent dat de periode waarin deze gebeurtenis
plaatsvindt en voortduurt, op grond van de wet (artikel 7:628 BW) in redelijkheid voor uw rekening
dient te komen en dat u conform de wet (artikel 7:629 lid 3 sub a 8W) geen recht heeft op
doorbetaling van uw loon heeft omdat eventuele ziekte die voortvloeit uit de ingreep (zijnde het
herstel) door uw opzet dan wel willens en wetens is veroorzaakt.
De loondoorbetalingen aan u zullen dan ook per 23 april 2022 worden stopgezet. Zodra u de
werkzaamheden volledig hervat, hervat de loondoorbetaling eveneens”.
2.1
Per brief van 9 mei 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] geprotesteerd tegen de loonstopzetting en Small Kidz verzocht de stopzetting van de loondoorbetaling ongedaan te maken.
2.11
Op 18 mei 2022 heeft de gemachtigde van Small Kidz per brief laten weten dat het standpunt van Small Kidz ongewijzigd blijft.
2.12
Na de ingreep heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat [eiseres] niet zal kunnen werken vanwege medische redenen.

3..Het geschil

3.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Small Kidz te veroordelen tot betaling van:
PRIMAIR
a. Het loon ad € 1.435,56 bruto per maand c.a. ingaande 23 april 2022 en zolang de
tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd dan
wel in ieder geval voor de duur van de onderhavige procedure te betalen, waarbij het
achterstallige loon binnen twee dagen na de uitspraak betaald dient te worden en
vervolgens op de gebruikelijke wijze en tijdstippen;
b. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over de onder ‘a’ genoemde
post;
c. een bedrag ter zake van buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel
ingevolge de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit
vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
d. Small Kidz te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het onder ‘a’ en ‘b’ bedoelde bedrag vanaf de dag dat deze bedragen zijn verschuldigd, te weten 23 april
2022;
e. Small Kidz te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure, een bedrag
aan gemachtigdensalaris daarbij inbegrepen.
SUBSIDIAIR
f. Het loon ad € 1.435,56 bruto per maand c.a. zulks op de gebruikelijke wijze en
tijdstippen, ingaande 4 juni 2022 en zolang de tussen partijen bestaande
arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd dan wel in ieder geval voor de
duur van de onderhavige procedure;
g. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over de onder ‘f’ genoemde post;
h. een bedrag ter zake van buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel
ingevolge de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit
vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
i. Small Kidz te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het onder ‘f’ en g’
bedoelde bedrag vanaf de dag dat deze bedragen zijn verschuldigd, te weten 23 april
2022;
j. Small Kidz te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure, een bedrag
aan gemachtigdensalaris daarbij inbegrepen.
3.2.
[eiseres] heeft hiervoor het volgende aangevoerd.
3.2.1.
[eiseres] is ziek en kan daarom haar werkzaamheden niet uitvoeren. Zij heeft op grond van artikel 7:629 lid 1 BW dan recht op loon. De medische ingreep (borstverkleining) is uitgevoerd in verband met medische klachten. Zowel uit de informatie van de huisarts als uit het advies van de bedrijfsarts van 11 maart 2022 blijkt dat [eiseres] medische klachten had en dat er dus geen sprake is van een (zuiver) cosmetische ingreep. De enkele afwijzing van de verzekeraar om de ingreep niet te vergoeden, betekent niet dat de ingreep medisch gezien niet verantwoord is. Ook het ziekenhuis waar [eiseres] de ingreep heeft ondergaan heeft een verklaring opgesteld, waaruit blijkt dat er sprake is van mammae hypertrofie (abnormaal groot groeiende borsten) en van nek- en rugpijn. Van het opzettelijk veroorzaken van de arbeidsongeschiktheid is dan ook geen sprake.
3.2.2.
Er moet in ieder geval vanaf 4 juni 2022 salaris worden betaald. De normale hersteltijd na een dergelijke ingreep bedraagt zes weken, zodat na deze periode de arbeidsongeschiktheid niet langer het gevolg kan zijn van de ingreep.
3.2.3.
[eiseres] heeft recht op de wettelijke verhoging en de rente omdat het salaris niet op tijd is betaald. Daarnaast heeft [eiseres] recht op een vergoeding van de door haar gemaakte buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 512,50.
3.3.
Small Kidz heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering en heeft verzocht de vorderingen af te wijzen, met veroordeling van [eiseres] in de kosten. Zij heeft hiervoor het volgende aangevoerd.
3.3.1.
De ziekte van [eiseres] is opzettelijk veroorzaakt, zodat er geen loon verschuldigd is. De ingreep was niet medisch noodzakelijke en medisch niet goed gekeurd. In Nederland werd deze ingreep in verband met een te hoog BMI ook niet vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Door er voor te kiezen met (ernstig) overgewicht en zonder medische indicatie naar het buitenland te vertrekken om een borstreductie te laten verrichten was er bij [eiseres] het zekerheidsbewustzijn aanwezig en is de ziekte opzettelijk veroorzaakt. Daarnaast zijn er veel omstandigheden die doen vermoeden dat de ingreep niet medisch noodzakelijk was maar overwegend uit cosmetisch oogpunt is verricht. Small Kidz beroept zich hierbij op artikel 7:628 lid 1 jo artikel 7:629 lid 3 onder a BW.
3.3.2.
De loonbetaling zal worden hervat zodra [eiseres] hersteld is van de ingreep. Betwist wordt dat de herstelperiode zes weken bedraagt. Daarnaast zijn de beperkingen nog dezelfde en blijkt niet dat deze beperkingen vanaf 4 juni 2022 los staan van de ingreep.
3.3.3.
Voor het geval de vordering wordt toegewezen wordt verzocht het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en indien dat wel zal worden gedaan, te bepalen dat [eiseres] zekerheid zal stellen tot een door de kantonrechter te bepalen bedrag.

4..De beoordeling van de vordering

4.1
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft te worden afgewacht. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van [eiseres] bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor Small Kidz als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.
4.2
Voldoende is gebleken dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening omdat zij geen salaris krijgt betaald en zij voor haar levensonderhoud afhankelijk is van haar salaris. Zij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
4.3
Partijen verschillen niet van mening over het antwoord op de vraag of [eiseres] ziek was direct na het ondergaan van de ingreep. Partijen verschillen wel van mening over de vraag voor wiens rekening en risico de ziekteperiode van [eiseres] na afloop van de ingreep dient te komen.
4.4
De vraag die in deze procedure dan ook moet worden beantwoord is of [eiseres] de arbeidsongeschiktheid met opzet heeft veroorzaakt en Small Kidz terecht een beroep op artikel 7:629 lid 3 sub a BW doet. Als hoofdregel geldt namelijk dat een werkgever in geval van ziekte de werkgever het loon gedurende de eerste 104 weken moet doorbetalen. Deze verplichting van de werkgever heeft tot doel de werknemer te beschermen en in geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte de salarisdoorbetaling te waarborgen. Deze verplichting vervalt echter indien de ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt. Gelet op het feit dat het hier om een inkomensgarantie gaat, moet het opzetbegrip eng worden uitgelegd. Het betreft hier dus een streng en zwaar criterium, alleen als de werknemer de ziekte willens en wetens heeft veroorzaakt met het oogmerk om de arbeidsongeschiktheid teweeg te brengen, vervalt het wettelijke recht op doorbetaling van het loon. De opzet van de werknemer moet er dus op gericht zijn ziek te worden en aldus ziekengeld te incasseren.
4.5
Dat van een dergelijk opzet in het onderhavige geval sprake is, is naar het oordeel van de kantonrechter vooralsnog onvoldoende gebleken. Gelet op de door [eiseres] in het geding gebrachte stukken kan worden aangenomen dat [eiseres] klachten had. Uit het journaal van haar huisarts blijkt dat zij zich reeds begin 2017 met klachten op dit gebied bij haar huisarts meldt. Dit herhaalt zich in oktober 2017 en oktober 2018 en in juli en augustus 2020. Tevens volgt uit het journaal dat de aanpak tot dan toe niet tot een oplossing heeft geleid. Vervolgens volgt een verwijzing naar een plastisch chirurg. Ook uit het advies van de bedrijfsarts volgt dat er sprake is van medische klachten en dat [eiseres] een gerichte behandeling hiervoor zal ondergaan. Het advies van de bedrijfsarts luidt dat zij vlak voor de gerichte behandeling wordt ziekgemeld wegens haar medische klachten en de gerichte behandeling. Dat de bedrijfsarts hierover geen oordeel heeft gegeven en slechts heeft genoteerd wat [eiseres] gezegd heeft, zoals door Small Kidz is betoogd, kan de kantonrechter dan ook niet volgen. Niet in geschil is dat [eiseres] (op verzoek van Small Kidz) een bezoek aan de bedrijfsarts heeft gebracht en de bedrijfsarts de door [eiseres] gegeven informatie heeft kunnen beoordelen en zo nodig nadere informatie heeft kunnen opvragen. Dat de bedrijfsarts niet in staat was om de gegeven informatie op juistheid te beoordelen en/of nadere informatie nodig had, is niet gesteld en ook niet gebleken. Ook uit de mailwisseling tussen partijen die na dit bezoek heeft plaatsgevonden blijkt dat ook Small Kidz ervan uitgaat dat er sprake is van een medische redenen. Uit de informatie van de arts die de ingreep heeft verricht, blijkt eveneens dat [eiseres] zich heeft gemeld met overmatige nek- en rugpijn. Daarnaast meldt deze arts dat er geen complicaties werden waargenomen bij de postoperatieve nabehandeling (follow-up).
4.6
Voldoende aannemelijk is dan ook dat er een voldoende (medische) aanleiding bestond voor [eiseres] om een dergelijke ingreep te ondergaan. De opzet van [eiseres] om deze behandeling te ondergaan was er blijkens de in het geding gebrachte informatie dan ook op gericht haar klachten te verminderen en niet om arbeidsongeschikt te worden en ziekengeld van haar werkgever te incasseren. Van een puur cosmetische ingreep die voor eigen risico en rekening moet komen, kan onder dergelijke omstandigheden naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter dan ook niet worden gesproken. Ook de omstandigheid dat de zorgverzekeraar de ingreep al dan niet vergoedt, is niet van doorslaggevende betekenis. De vergoeding is namelijk niet alleen afhankelijk van de vraag of er sprake is van een noodzakelijke medische ingreep, maar kan ook afhangen van het specifieke verzekeringspakket en de financiële belangen. Tot slot is voor de vraag of er sprake is van opzet ook niet van belang in hoeverre de ingreep al dan niet verantwoord kon worden uitgevoerd, omdat zulks ter beoordeling is aan de behandelend arts en niet aan de werkgever. Dat er zich overigens in het onderhavige geval complicaties in die zin hebben voorgedaan die een rol zouden hebben kunnen spelen bij de vraag of er sprake is van ziekte door opzet is gesteld noch gebleken.
4.7
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is dan ook voldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de arbeidsongeschiktheid van [eiseres] niet door opzet is veroorzaakt en dat zij recht heeft op doorbetaling van haar loon vanaf 23 april 2022. De kantonrechter acht het belang van [eiseres] bij de uitbetaling van haar salaris in dit geval dan ook dermate groot dat vooruitlopend hierop haar vordering zal worden toegewezen
4.8
Ook de gevorderde wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW zal worden toegewezen, omdat Small Kidz vanaf 23 april 2022 geen salaris meer heeft betaald en dus te laat is met betalen. In de omstandigheden van het geval ziet de kantonrechter aanleiding om deze verhoging te matigen tot 25%.
4.9
[eiseres] heeft ook recht op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten, nu voldoende is gebleken van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden die uit meer hebben bestaan dan een enkele sommatie en/of aanmaning. Eén en ander is door Small Kidz ook niet betwist. De hoogte van de gevorderde vergoeding komt overeen met de daarvoor vastgestelde tarieven. Het gevorderde bedrag van € 512,50 zal daarom worden toegewezen.
4.1
De gevorderde wettelijke rente zal eveneens, als onbetwist en op de wet gegrond, worden toegewezen zoals hierna vermeld.
4.11
Small Kidz zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
4.12
Voor het geval de vordering van [eiseres] toewijsbaar wordt geacht, heeft Small Kidz verweer gevoerd tegen de gevorderde uitvoerverklaring bij voorraad. Dit verweer heeft zij echter niet concreet onderbouwd. De kantonrechter ziet gelet op het grote belang dat [eiseres] bij betaling van haar salaris heeft en bij gebrek aan gesteld belang aan de zijde van Small Kidz geen aanleiding dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Ook voor het stellen van zekerheid door [eiseres] ziet de kantonrechter geen aanleiding. Ook dit verzoek heeft Small Kidz niet concreet onderbouwd, waarbij nog van belang is dat op zichzelf restitutierisico onvoldoende aanleiding is om zekerheid op te leggen.

5..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
5.1.
veroordeelt Small Kidz om binnen twee dagen na heden aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het loon ad € 1.435,56 bruto per maand c.a. ingaande 23 april 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 25% ex artikel 7:625 BW en vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag dat de bedragen zijn verschuldigd tot de dag der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 521,50 aan buitengerechtelijke kosten;
5.2.
veroordeelt Small Kidz in de proceskosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 211,03 aan verschotten en € 747,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Verkerk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
821