hij in of omstreeks de periode van 26 november 2020 tot en met 27 november 2020,
te [plaatsnaam 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan
de ’ [adres] , aldaar heeft weggenomen een autosleutel met een
kentekenbewijs op naam van [naam slachtoffer] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of diens mededader(s),
waarbij verdachte en/of diens mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse
sleutel, te weten de sleutel die verdachte en/of zijn mededader(s) onder dreiging
met geweld van [naam slachtoffer] hebben ontvangen.
welk doen plegen hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 2]
en/of [naam medeverdachte 6] heeft vervoerd en/of overgebracht naar die woning
en/of (een) (verbale of non-verbale) instructie(s) of aanwijzing(en) heeft gegeven;