ECLI:NL:RBROT:2022:6580

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
9984509 \ VV EXPL 22-262
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning op basis van huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft Steens Beheer B.V. een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, die niet verschenen zijn, met als doel ontruiming van een woning. De procedure begon met een dagvaarding op 15 juli 2022, en de mondelinge behandeling vond plaats op 25 juli 2022. Steens Beheer eist ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van negen maanden, die in totaal € 13.549,50 bedraagt. Eerder zijn er afspraken gemaakt over betaling, maar deze zijn niet nagekomen door de gedaagden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat alle wettelijke termijnen zijn nageleefd en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden.

De kantonrechter heeft het spoedeisend belang van Steens Beheer erkend en beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure kans van slagen heeft. Aangezien de gedaagden niet hebben gereageerd op de vordering, zijn de stellingen van Steens Beheer als juist aangenomen. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is en stelt een ontruimingstermijn van zeven dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast zijn de proceskosten vastgesteld op € 751,02, die door de gedaagden moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9984509 \ VV EXPL 22-262
datum uitspraak: 27 juli 2022
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
STEENS BEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: de heer [gemachtigde01] namens [naam kantoor01] te [plaats01] ,
tegen

1..[gedaagde01] ,

2. [gedaagde02] ,
beiden wonende te [woonplaats01] ,
gedaagden,
die niet verschenen zijn.
De partijen worden hierna ‘Steens Beheer’ en ‘ [gedaagden01] ’ genoemd. Gedaagden worden afzonderlijk ‘ [gedaagde01] ’ en ‘ [gedaagde02] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 juli 2022, met producties 1 tot en met 4;
  • de e-mail van 25 juli 2022 van [gedaagde02] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 juli 2022. Namens Steens Beheer is haar gemachtigde verschenen. Gedaagden zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen, terwijl van [gedaagde02] bericht was ontvangen dat hij op de mondelinge behandeling zou verschijnen. De kantonrechter heeft in afwachting van de komst van [gedaagde02] een kwartier gewacht met het uitroepen van de mondelinge behandeling. Omdat [gedaagde01] en/of [gedaagde02] niet zijn verschenen, is de zaak uitgeroepen. De heer [gemachtigde01] is in de gelegenheid gesteld zijn stellingen namens Steens Beheer nader toe te lichten. Van hetgeen ter zitting is besproken, heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

2..Het geschil

2.1.
Steens Beheer eist samengevat:
  • [gedaagden01] te veroordelen tot ontruiming van de woning;
  • [gedaagden01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
Steens Beheer baseert de eis samengevat op het volgende. [gedaagden01] heeft een huurachterstand laten ontstaan van negen maanden, te weten een totaalbedrag van € 13.549,50. In de bodemprocedure met zaaknummer 9695850 \ CV EXPL 22-5330 ter zake die huurachterstand hebben partijen tijdens de mondelinge behandeling op 26 april 2022 tussentijdse afspraken gemaakt die in een proces-verbaal zijn vastgelegd, te weten onder meer betaling van een bedrag van € 5.000,- uiterlijk op 10 mei 2022 door [gedaagde02] aan Steens Beheer en tijdige betaling van de lopende huur door [gedaagden01] aan Steens Beheer. [gedaagde02] en/of [gedaagden01] zijn deze afspraken niet nagekomen. Volgens Steens Beheer heeft [gedaagde02] op de op 13 juli 2022 gehouden (voortgezette) mondelinge behandeling te kennen gegeven niet tot betaling van welk bedrag dan over te gaan. De huurachterstand van € 13.549,50 rechtvaardigt ontruiming van de woning.

3..De beoordeling

verstek
3.1.
Bij het uitbrengen van de dagvaarding zijn alle bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen. Nu [gedaagden01] niet op de mondelinge behandeling is verschenen of is vertegenwoordigd, wordt tegen [gedaagden01] verstek verleend.
spoedeisend belang
3.2.
Uit de aard van de vordering blijkt het spoedeisend belang van Steens Beheer en in zoverre is zij ontvankelijk in haar vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening.
de vordering
3.3.
In dit kort geding moet worden beoordeeld of aannemelijk is dat de vordering van Steens Beheer in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat, daarop vooruitlopend, toewijzing van de vordering in dit kort geding is gerechtvaardigd. Het navolgende is daarom niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
Bij de beoordeling van de vordering wordt de inhoud van de processtukken en hetgeen Steens Beheer op de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht in aanmerking genomen.
3.4.
Bij gebreke van verweer van de zijde van [gedaagden01] wordt uitgegaan van de juistheid van de stellingen van Steens Beheer. De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor. Steens Beheer heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde02] en/of [gedaagden01] tot op heden niets betaald heeft en dat [gedaagde02] op de (voortgezette) mondelinge behandeling op 13 juli 2022 te kennen heeft gegeven niets te zullen betalen. Vooruitlopend op het mogelijke oordeel in de bodemprocedure acht de kantonrechter het aannemelijk dat de in die bodemprocedure gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt toegewezen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat toewijzing van de vordering tot ontruiming van de woning in het onderhavige kort geding gerechtvaardigd is, met inachtneming van het volgende.
3.5.
De ontruimingstermijn wordt gesteld op zeven dagen na betekening van dit vonnis.
proceskosten
3.6.
[gedaagden01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Steens Beheer tot vandaag vast op € 125,02 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 751,02.
uitvoerbaarheid bij voorraad
3.7.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen [gedaagde01] en [gedaagde02] ;
4.2.
veroordeelt [gedaagden01] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning, staande en gelegen aan de [adres01] , met al de hunnen en het hunne te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter algehele en vrije beschikking van Steens Beheer te stellen;
4.3.
veroordeelt [gedaagden01] in de proceskosten, aan de kant van Steens Beheer tot vandaag vastgesteld op € 751,02;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en in het openbaar uitgesproken.
[46009]