In deze zaak heeft Steens Beheer B.V. een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, die niet verschenen zijn, met als doel ontruiming van een woning. De procedure begon met een dagvaarding op 15 juli 2022, en de mondelinge behandeling vond plaats op 25 juli 2022. Steens Beheer eist ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van negen maanden, die in totaal € 13.549,50 bedraagt. Eerder zijn er afspraken gemaakt over betaling, maar deze zijn niet nagekomen door de gedaagden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat alle wettelijke termijnen zijn nageleefd en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden.
De kantonrechter heeft het spoedeisend belang van Steens Beheer erkend en beoordeeld of de vordering in een eventuele bodemprocedure kans van slagen heeft. Aangezien de gedaagden niet hebben gereageerd op de vordering, zijn de stellingen van Steens Beheer als juist aangenomen. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is en stelt een ontruimingstermijn van zeven dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast zijn de proceskosten vastgesteld op € 751,02, die door de gedaagden moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.