In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en Installatiebedrijf De Eilanden B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.J. van Meggelen, vorderde betaling van achterstallig loon, vakantiegeld en verstrekking van loonstroken. De eiseres had zich op 26 maart 2022 ziekgemeld, maar het installatiebedrijf had nagelaten haar salaris over de maanden april en mei 2022 te betalen. Ondanks een behoorlijke oproeping is er niemand namens het installatiebedrijf verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2022, waardoor verstek werd verleend.
De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiseres aannemelijk waren en dat er sprake was van een spoedeisend belang. De rechter wees de vordering tot betaling van € 5.400,- aan achterstallig salaris, een wettelijke verhoging van 50%, € 360,- aan vakantiegeld en de wettelijke rente toe. Daarnaast werd het installatiebedrijf veroordeeld tot het verstrekken van bruto/netto-specificaties over de maanden april en mei 2022 binnen twee weken na betekening van het vonnis. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan de eiseres, die op basis van een toevoeging procedeerde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het méér of anders gevorderde werd afgewezen.