ECLI:NL:RBROT:2022:6451

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
9712243 CV EXPL 22-6092
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke vernietiging van overeenkomst wegens schending van informatieplichten bij online aankopen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Capayable B.V. (eiseres) en een gedaagde die niet heeft gereageerd op de dagvaarding. Eiseres vorderde een betaling van € 369,85, maar de gedaagde was verstek gegaan. De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of de informatieverplichtingen, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, zijn nageleefd. De rechter concludeerde dat er meerdere schendingen waren van de essentiële informatieverplichtingen, waaronder het niet duidelijk vermelden van verzendkosten en het niet adequaat informeren over het ontbindingsrecht. Hierdoor was de betalingsverplichting van de consument niet voldoende afschrikkend en werd de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd. De kantonrechter heeft de betalingsverplichting van de consument met 50% verminderd, wat resulteerde in een toewijsbare hoofdsom van € 478,12. Daarnaast zijn buitengerechtelijke kosten van € 40,00 toegewezen. De vordering van eiseres werd afgewezen, omdat de gedaagde al een bedrag van € 686,26 had betaald, wat voldoende was om aan zijn verplichtingen te voldoen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke informatieverstrekking bij online aankopen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
locatie Rotterdam
zaaknummer: 9712243 \ CV EXPL 22-6092
datum uitspraak: 3 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Capayable B.V.,
te Eindhoven,
eiseres,
gemachtigde: Active Collecting Control & Services B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die niet heeft gereageerd.

1..De procedure

Eiseres heeft gevorderd bij vonnis gedaagde te veroordelen aan eiseres te betalen € 369,85 met rente en kosten zoals in de dagvaarding van 8 februari 2022 omschreven.
Tegen gedaagde is verstek verleend.

2..De beoordeling

Informatieverplichtingen
2.1.
De overeenkomst is gesloten op afstand of buiten de verkoopruimte tussen een handelaar en een consument. Van een overeenkomst op afstand is bijvoorbeeld sprake als deze via een website of telefonisch is aangegaan. Een overeenkomst is aangegaan buiten de verkoopruimte als bijvoorbeeld een handelaar bij de consument aan de deur is gekomen.
2.2.
Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief.
2.3.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
2.4.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.5.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken. Voor zover dat in deze zaak aan de orde is zullen eerst de informatieverplichtingen met een specifieke sanctie worden beoordeeld. Daarna zullen de essentiële informatieverplichtingen zonder specifieke sanctie worden beoordeeld. Bij deze laatste categorie wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager.
informatieverplichtingen met een specifieke sanctie
bijkomende kosten
2.6.
Op grond van artikel 6:230n lid 3 BW is een consument bijkomende kosten niet verschuldigd als de consument daarop voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst niet op een voldoende duidelijke wijze is gewezen. De verzendkosten zijn zulke kosten. Eiseres heeft niet aangetoond dat gedaagde voldoende op deze kosten is gewezen. Van de vordering is daarom € 104,85 niet toewijsbaar.
de essentiële informatieverplichtingen
verstrekken van informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst
de prijs van het product of de dienst
2.7.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan omdat niet blijkt dat voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst alle bijkomende kosten zijn getoond. Dat de verschuldigdheid van deze kosten mogelijk wel blijkt uit de algemene voorwaarden is niet voldoende, omdat de consument daarmee niet op een voldoende duidelijke wijze op de kosten is gewezen. Deze niet genoemde bijkomende kosten zijn zodanig van omvang dat de specifieke wettelijke sanctie (afwijzing van deze kosten) niet voldoende afschrikwekkend is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het niet tonen van alle bijkomende kosten óók als een voldoende ernstige schending van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet worden aangemerkt.
het ontbindingsrecht
2.8.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat de consument het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldoende dat de consument erop wordt gewezen dat hij dit recht heeft. Niet voldoende is dat deze informatie ergens op de website staat. In dat geval is de consument niet op een voldoende duidelijke wijze gewezen op de informatie. De consument moet tijdens het bestelproces op dit recht worden gewezen, zonder dat hij zelf naar de informatie op zoek moet. Eiseres heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
bevestiging van de informatie op een duurzame gegevensdrager
de prijs van het product of de dienst
2.9.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan omdat niet blijkt dat voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst alle bijkomende kosten zijn getoond. Dat de verschuldigdheid van deze kosten mogelijk wel blijkt uit de algemene voorwaarden is niet voldoende, omdat de consument daarmee niet op een voldoende duidelijke wijze op de kosten is gewezen. Deze niet genoemde bijkomende kosten zijn zodanig van omvang dat de specifieke wettelijke sanctie (afwijzing van deze kosten) niet voldoende afschrikwekkend is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het niet tonen van alle bijkomende kosten óók als een voldoende ernstige schending van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet worden aangemerkt.
de wijze van levering
2.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
de bestelknop
2.11.
De consument is de bestelling aangegaan door middel van een bestelknop. De tekst op de knop voldoet niet aan de eisen van de wet. Uit de tekst op de knop zelf moet namelijk blijken dat de consument uitdrukkelijk erkent dat hij een betalingsverplichting aangaat. Dat betekent dat de tekst ook in de omgangstaal zonder twijfel in verband moet worden gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. [4] Dat is hier niet het geval.
2.12.
Bij een onjuiste bestelknop geeft de wet aan de consument het recht om de overeenkomst te vernietigen. [5] Dit is gebaseerd op de Richtlijn Consumentenrechten waarin staat dat de consument in zo’n geval niet aan de overeenkomst is gebonden. Volgens de kantonrechter betekent niet gebonden zijn dat de consument ervoor kan kiezen de overeenkomst niet in werking te laten treden, maar dat in dat geval ook de handelaar zijn verplichtingen niet meer hoeft na te komen. De kantonrechter is van oordeel dat de rechter de overeenkomst alleen ambtshalve moet vernietigen als de consument - zo nodig nadat hem dat door de rechter is gevraagd - heeft aangegeven van dit recht gebruik te willen maken. Het zal niet altijd in het belang van de consument zijn om de overeenkomst te vernietigen, omdat vernietiging niet alleen tot gevolg heeft dat de consument niet hoeft te betalen maar ook dat de consument moet teruggeven wat hij op grond van de overeenkomst heeft ontvangen. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad is af te leiden dat de rechten die de richtlijn aan consumenten geeft niet tegen de wil van de consument worden toegepast. Omdat de consument in deze zaak niet heeft gereageerd en dus niet duidelijk is wat de consument wil terwijl ervan moet worden uitgegaan dat de prestatie wel is geleverd en behouden, kan de kantonrechter de overeenkomst niet vernietigen.
2.13.
Het voorgaande neemt niet weg dat vanwege de onjuiste bestelknop sprake is van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW. Om de afschrikkende werking van de richtlijn te bewaken zal de kantonrechter deze schending daarom rekenen als één schending bij de toepassing van de hiervoor genoemde sanctierichtlijn. De onjuiste tekst op de bestelknop rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk geen zwaardere sanctie dan een schending van een essentiële informatieplicht. Bij vermindering van de betalingsverplichting mag de consument bestelde producten immers houden. De situatie is daarom niet vergelijkbaar met vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel. Daarbij is meegewogen dat het bestelproces verder wel zo is ingericht dat voor gedaagde duidelijk moet zijn geweest dat hij een betalingsverplichting aanging.
conclusie essentiële informatieverplichtingen
2.14.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 50%. Er is in dit geval namelijk sprake van meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat € 478,12 aan hoofdsom toewijsbaar is (50% van € 956,23, van de hoofdsom).
buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente
2.15.
Eiseres heeft recht op buitengerechtelijke kosten op basis van de toewijsbare hoofdsom. Daarom is € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten toewijsbaar.
afsluitend
2.16.
De vordering wordt afgewezen. Gedaagde heeft immers al € 686,26 betaald en daarmee heeft hij alles wat hij verschuldigd was voldaan.

3..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde vastgesteld op nul.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
831

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl
4.Hof van Justitie EU 7 april 2022, ECLI:EU:C:2022:269
5.Zie artikel 6:230v lid 3 BW