Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 juli 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser
Maatschap [naam maatschap](maatschap [naam maatschap] ), uit [plaats]
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenlanden. De eiser had een handhavingsverzoek ingediend wegens overtreding van een maatwerkvoorschrift dat betrekking had op de maximum snelheid van voertuigen op het terrein van een veehouderij. Het college had eerder het verzoek om handhaving afgewezen, en na een eerdere uitspraak van de rechtbank had het college opnieuw op het bezwaar van de eiser beslist en dit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat er op het moment van het bestreden besluit concreet zicht op legalisatie bestond, omdat er een ontwerpbesluit ter inzage was gelegd dat voorzag in de intrekking van het maatwerkvoorschrift. De rechtbank concludeerde dat het college terecht had besloten om niet handhavend op te treden, omdat er geen rechtsgeldige redenen waren om het bestreden besluit te vernietigen. De beroepsgronden van de eiser werden verworpen en het beroep werd ongegrond verklaard.