ECLI:NL:RBROT:2022:6383

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juni 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
C/10/640392 / FA RK 22-4382
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op basis van Wvggz en geldigheid van medische verklaring

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 30 juni 2022 een beschikking gegeven over de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, zonder vaste woon- of verblijfplaats en thans verblijvende in Antes, Kliniek V te Poortugaal, had eerder met medewerkers van de crisisdienst gesproken en was daarna beoordeeld door een onafhankelijke psychiater via beeldbellen. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring voldeed aan de wettelijke eisen, ondanks een foutief vermeld tijdstip van het onderzoek. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de medische verklaring gebreken vertoonde, omdat betrokkene niet persoonlijk was onderzocht door de psychiater. De rechtbank verwierp dit verweer en concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat voortvloeide uit een psychische stoornis. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met specifieke verplichte zorgmaatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank achtte de voorgestelde zorg noodzakelijk en evenredig, en concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking is op 30 juni 2022 mondeling gegeven door rechter L.M. Coenraad en schriftelijk uitgewerkt en getekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/640392 / FA RK 22-4382
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 juni 2022 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in Antes, Kliniek V te Poortugaal,
advocaat mr. M.D. van Velthoven te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 juni 2022, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 26 juni 2022 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 26 juni 2022;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 26 juni 2022;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 juni 2022.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], arts, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat een formeel verweer gevoerd naar aanleiding waarvan de rechtbank nadere informatie van de onafhankelijke psychiater nodig achtte alvorens te beslissen op het verzoek. De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling geprobeerd telefonisch contact op te nemen met de onafhankelijke psychiater, maar deze was niet bereikbaar. De rechtbank heeft de onafhankelijke psychiater later op de dag nogmaals gebeld en heeft hem toen gehoord. De psychiater heeft vervolgens per omgaande zoals verzocht door de rechtbank zijn toelichting per e-mail schriftelijk bevestigd. De rechtbank heeft de advocaat in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. De advocaat heeft diezelfde avond per e-mail gereageerd.

2..Beoordeling

Medische verklaring
2.1.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek omdat er gebreken bestaan in de medische verklaring. De advocaat heeft van haar cliënt begrepen dat hij niet persoonlijk is onderzocht door de onafhankelijke psychiater, maar door twee medewerkers van de crisisdienst. Het verzoek dient volgens de advocaat te worden afgewezen omdat niet is voldaan aan de eis dat de medische verklaring is opgesteld op basis van een persoonlijk onderzoek door een onafhankelijke psychiater. Daarbij had de onafhankelijk psychiater niet kunnen volstaan met kort beeldbellen, aldus de advocaat.
2.2.
Uit de nadere toelichting van de onafhankelijke psychiater van 29 juni 2022 blijkt dat betrokkene op 26 juni 2022 omstreeks 11:30 uur is onderzocht door de onafhankelijke psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld en ondertekend. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat er in dit geval sprake is van een medische verklaring die aan de eisen van de wet voldoet.
Dat betrokkene door de psychiater is beoordeeld door middel van een beeld- en geluidsverbinding, maakt dit niet anders. De psychiater heeft immers naderhand toegelicht dat hij betrokkene op deze wijze onderzocht heeft, omdat betrokkene inmiddels al van de beoordelingslocatie naar de kliniek was overgebracht. De rechtbank acht deze nadere toelichting voldoende als motivering voor het onderzoek via een beeld- en geluidsverbinding. De rechtbank merkt overigens wel op dat het de voorkeur verdient dat al in de medische verklaring vermeld wordt dat betrokkene gehoord en onderzocht is door middel van een beeld- en geluidsverbinding met een toelichting waarom betrokkene op deze wijze is onderzocht. De rechtbank verbindt er echter geen consequenties aan dat deze mededeling in dit geval achterwege is gebleven in de medische verklaring, nu dit naderhand is toegelicht door de onafhankelijke psychiater.
Dat in de medische verklaring foutief vermeld staat dat betrokkene om 06:15 uur door de onafhankelijke psychiater is onderzocht, maakt evenmin dat de medische verklaring ongeldig is en niet zou kunnen dienen als grondslag voor voortzetting van de crisismaatregel. De psychiater heeft in zijn nadere toelichting het juiste tijdstip van zijn beoordeling vermeld, welk tijdstip ook door het episodejournaal wordt bevestigd.
De rechtbank kan zich wel voorstellen dat het verkeerd vermelde tijdstip voor betrokkene zijn indruk bevestigt dat hij niet door de psychiater zelf is onderzocht, maar enkel door medewerkers van de crisisdienst. Naar het oordeel van de rechtbank is echter gebleken dat deze indruk van betrokkene niet juist is.
Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer.
Voortzetting van de crisismaatregel
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene is met een crisismaatregel opgenomen nadat hij vanuit het niets dreigend is geweest naar de buren van zijn broer, waar betrokkene verblijft. Betrokkene was daarbij verbaal dreigend en zwaaide met een hamer. Betrokkene verklaart ter zitting overigens dat het om tuingereedschap zou gaan en dat hij niet dreigend was. De buurman heeft aangifte gedaan en er is een contactverbod.
Uit de medische verklaring blijkt dat bij betrokkene sprake is van paranoïde wanen, waarbij hij ervan overtuigd is dat anderen data uit zijn hoofd halen. Tijdens de mondelinge behandeling wil betrokkene daar niet op in gaan. Desgevraagd verklaart hij dit niet te willen, omdat dit in de zaak tegen hem gebruikt zou kunnen worden. De arts verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat er bij opname een psychotisch beeld met paranoïde ideeën en betrekkingswanen bij betrokkene werd waargenomen. Op dit moment lijkt betrokkene rustiger te zijn, hoewel hij met momenten nog geladen en geagiteerd is. De arts heeft het idee dat de wanen nog aanwezig zijn, maar dat betrokkene daar liever niets over loslaat. Betrokkene heeft geen eigen woonruimte en verbleef voorafgaand aan de opname bij zijn broer. De arts verklaart dat de broer van betrokkene heeft aangegeven te twijfelen of betrokkene weer bij hem kan verblijven. Als betrokkene op dit moment in zijn huidige toestand de kliniek zou verlaten, is de kans groot dat hij dakloos is. De arts acht voortzetting van de opname noodzakelijk om betrokkene te kunnen behandelen met medicatie. Betrokkene weigert medicatie.
2.4.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische episode, meest waarschijnlijk in het kader van schizofrenie.
2.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.6.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, te weten het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.8.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek omdat betrokkene bereid is vrijwillig in de kliniek te blijven. De rechtbank heeft onvoldoende vertrouwen in de bereidheid van betrokkene om de nodige zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij geen medicatie wil gebruiken omdat hij vindt dat hij niets mankeert. De arts geeft daarnaast aan dat betrokkene niet consistent is in zijn bereidheid om in de kliniek te blijven. Zij verwacht dat betrokkene zich zal verzetten tegen voortzetting van zijn verblijf in de kliniek wanneer dit ook betekent dat hij met medicatie behandeld zal gaan worden.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na de dag van de mondelinge behandeling.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6 kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 juli 2022.
Deze beschikking is op 30 juni 2022 mondeling gegeven door mr. L.M. Coenraad, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.C.M. van Gils, griffier, en op 30 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.