ECLI:NL:RBROT:2022:6271
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 28 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. De verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie, waarbij zijn bezwaarschriften waren afgewezen. Het wrakingsverzoek was voorwaardelijk ingediend, omdat de verzoeker de naam van de rechter die de procedure zou behandelen niet kende. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was, omdat het verzoek niet betrekking had op de rechter die met de behandeling van de zaak belast zou zijn. De verzoeker had geen specifieke rechter genoemd en er was geen rechter aan de zaak toegewezen. De rechtbank benadrukte dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat de rechter vooringenomen zou zijn. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter in aanwezigheid van de griffier.