ECLI:NL:RBROT:2022:6269
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- M. Fiege
- E. van Schouten
- W.J.J. Roos-van Toor
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 21 juni 2022 heeft verzoeker een verzoek ingediend bij de Rechtbank Rotterdam tot het treffen van een bestuursrechtelijke voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van de plv. vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting. Deze procedure heeft het kenmerk ROT 22/2860. Op 8 juli 2022 heeft verzoeker wraking verzocht van de rechter die deze procedure behandelt. De wrakingskamer heeft het dossier van de procedure ontvangen, maar het was nog niet bekend welke rechter de zaak zou behandelen.
De rechtbank heeft in haar beslissing uiteengezet dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoeker moet concrete feiten en omstandigheden aanvoeren die deze vrees rechtvaardigen. In dit geval heeft verzoeker echter geen specifieke feiten of omstandigheden genoemd die de wraking zouden onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de wettelijke vereisten, omdat verzoeker niet de benodigde informatie heeft verstrekt.
Daarom heeft de rechtbank besloten dat verzoeker niet-ontvankelijk is in het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 28 juli 2022, in aanwezigheid van de griffier.