Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 juli 2022 in de zaak tussen
[naam verzoekster 1] ( [naam verzoekster 1] ) en [naam verzoekster 2]
[naam verzoeksters], verzoeksters,
Autoriteit Consument & Markt (de ACM), verweerster.
[derde-partij]uit [plaats 2] ( [naam derde-partij] ).
Inleiding
[persoon B] . Voor de ACM haar gemachtigden, bijgestaan door [persoon C] . Voor [naam derde-partij] is verschenen haar gemachtigde, bijgestaan door [persoon D] .
Beoordeling door de voorzieningenrechter
1 april 2022 op een concept besluit heeft kunnen reageren, doet er niet aan af dat de begunstigingstermijn die bij het bestreden besluit is gesteld onvoldoende is om [naam verzoeksters] in staat te stellen de overtredingen zelf te beëindigen vóór 1 oktober 2022. Overigens was de last in het concept-besluit minder vergaand geformuleerd. Ter zitting is duidelijk geworden dat niet elke koopwoning evenveel last heeft van storingen. Een aanpak om vóór
1 oktober 2022 in elk geval in de ernstigste gevallen de filters preventief te hebben gecheckt en te hebben gereinigd is ter zitting verkend, maar bleek niet mogelijk omdat niet duidelijk is welke koopwoningen de meeste storingen hebben. Wat betreft de mogelijke ‘no shows’ geldt dat de ACM ter zitting al heeft aangegeven dat duidelijk is dat bij een ‘no show’ sprake is van overmacht en dat die gevallen niet meetellen bij beantwoording van de vraag of de dwangsom is verbeurd. De voorzieningenrechter ziet echter wel het belang van de verbruikers dat de preventieve check en reiniging niet op de (al te) lange baan geschoven dient te worden. De voorzieningenrechter ziet dan ook aanleiding om de begunstigingstermijn van de last II onder iii voor 200 koopwoningen te verlengen tot
1 november 2022. Dit betekent dus dat [naam verzoeksters] voor 200 koopwoningen de filters vóór
1 oktober 2022 preventief dient te hebben gecontroleerd en gereinigd. Verder is last II onder iii. te onbepaald voor zover daarin aan [naam verzoeksters] is gelast “bij klachten over nieuwe verstoppingen of storingen aantoonbaar adequaat te handelen”. Niet duidelijk is wat onder ‘aantoonbaar adequaat handelen’ moet worden verstaan. Ook dat lastonderdeel zal daarom geschorst worden.
De Sniep) heeft [naam verzoeksters] terecht aangevoerd dat in die zaak door de warmteleverancier niet is bestreden dat het technisch mogelijk was om een individuele meter te plaatsen bij woningen in De Sniep en dat de ACM op dit punt dan ook geen verder onderzoek heeft uitgevoerd. Daarnaast is in de zaak De Sniep door de ACM overwogen dat de door de warmteleverancier geschatte kosten relatief gezien niet zodanig hoog zijn dat plaatsing van een individuele meter financieel onredelijk is. Een dergelijke kosteninschatting heeft [naam verzoeksters] hier (nog) niet gegeven, temeer ook aangezien een dergelijk verzoek zich nog niet heeft voorgedaan.
Beslissing
- verlengt de begunstigingstermijn van last II onder iii voor 200 koopwoningen tot 1 november 2022 en schorst dit lastonderdeel voor zover daarin aan [naam verzoeksters] wordt gelast “bij klachten over nieuwe verstoppingen of storingen aantoonbaar adequaat te handelen”;
- verlengt de begunstigingstermijn van last II onder i en II onder ii tot 1 week na verzending van deze uitspraak, waarbij in de brief vermeld moet worden dat het filter bij 200 woningen voor 1 oktober 2022 preventief zal worden gecontroleerd en gereinigd en bij 200 woningen voor 1 november 2022;
- schorst last II onder iv voor zover deze ziet op de vereisten van externe toetsing of validatie en inspraak van bewoners;
- schorst de last onder XIV., XV. en XVI.;
- wijst het verzoek voor het overige af;
- bepaalt dat de ACM aan [naam verzoeksters] het betaalde griffierecht van € 365,--, vergoedt;
- veroordeelt de ACM in de proceskosten van [naam verzoeksters] tot een bedrag van € 2.277,--.