Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 5 juli 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende voorwaardelijke
- het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 19 januari 2022;
- de akte van de zijde van [persoon B] , met één productie;
- de antwoordakte van de zijde van [persoon A] , met producties.
2..De feiten
3..Het geschil
in conventie
- [persoon B] samen met [persoon A] een makelaar inschakelt, die binnen twee weken na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis de vraag- en laatprijs bepaalt;
- het onroerend goed binnen vier weken na dagtekening van het in deze te wijzen
- hij bij verkoop van de woning, de koop-verkoop-overeenkomst zal ondertekenen;
- hij na verkoop alle medewerking zal verlenen aan de levering van het onroerend
4..De beoordeling
‘Voor het overige was en is het voorstel akkoord.’
omvangspeildatum(= datum indiening echtscheidingsverzoek) een waardestijging heeft ondergaan die veroorzaakt c.q. betaald is door slechts één van de (ex-)echtgenoten, als
waardepeildatumeen eerder moment dan het moment van verdeling te hanteren. In het onderhavige geval geldt weliswaar dat als onweersproken gesteld vaststaat dat [persoon B] de aan de woning verbonden lasten heeft voldaan, maar daarmee is niet gezegd dat de vermoedelijke waardestijging van de woning door hem is veroorzaakt of betaald. Immers, een waardestijging van een woning wordt in beginsel niet veroorzaakt door betaling van de daaraan verbonden lasten, maar veeleer door bijvoorbeeld verbouwing of zoals in het onderhavige geval met name de marktwerking. Bekend mag worden verondersteld dat in de huidige woningmarkt sprake is van forse waardestijgingen van woningen in het algemeen.
- Partijen zullen worden gelast ervoor zorg te dragen dat de woning aan [persoon B] wordt toegedeeld.
- Partijen zullen worden gelast, ter bepaling van de actuele waarde van de woning, een makelaar in te schakelen die de huidige vrije verkoopwaarde van de woning in onverhuurde staat moet taxeren en de rechtbank zal bepalen dat deze taxatie bindend is voor partijen.
- Als voorwaarde geldt dat de woning binnen zes maanden na de datum van dit vonnis op naam van [persoon B] is gesteld, bij gebreke waarvan de rechtbank partijen gelast tot verkoop van de woning aan een derde.
- In het geval [persoon B] de woning wél op zijn naam kan krijgen, wordt [persoon B] gelast te bewerkstelligen dat de hypotheekbank [persoon A] ontslaat uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid.
- Bepaald zal worden dat de vorderingen ten aanzien van de woonlasten c.q. een gebruiksvergoeding voor het alleengebruik van de woning over en weer kunnen worden verrekend en dat partijen dit punt met gesloten beurzen afronden.
- De rechtbank zal bepalen dat partijen in het kader van de verdeling hun wederzijdse vorderingen als volgt dienen te verrekenen: