ECLI:NL:RBROT:2022:6222

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
C/10/640403 / JE RK 22-1487
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.R. van de Water, en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West aanwezig waren. De vader is opgeroepen maar niet verschenen. De minderjarige heeft de gelegenheid gehad om zijn mening te uiten, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De feiten van de zaak zijn als volgt: het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders, maar hij woont bij de moeder. Op 24 juni 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI en is er een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend. De Raad heeft nu verzocht om een verlenging van deze machtiging voor de duur van drie maanden, omdat de thuissituatie onveilig is en er zorgen zijn over het gedrag en middelengebruik van [voornaam minderjarige]. De moeder steunt het verzoek, maar voelt zich niet gehoord door de betrokken instanties.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. Hij vertoont problematisch gedrag, zoals weglopen van huis en middelengebruik, wat de draagkracht van de moeder overstijgt. Eerdere hulpverlening heeft niet geleid tot verbetering. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat [voornaam minderjarige] kan worden geplaatst in een geschikte accommodatie zodra deze beschikbaar is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/640403 / JE RK 22-1487
datum uitspraak: 5 juli 2022

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de spoedbeschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 24 juni 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 5 juli 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.R. van de Water,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster] ,
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, hierna te noemen de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.
[voornaam minderjarige] is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 24 juni 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI tot 24 september 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend met ingang van 24 juni 2022 voor de duur van vier weken. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van drie maanden. Vier weken hiervan zijn reeds verleend.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Nadat [voornaam minderjarige] enige tijd vermist was, is hij inmiddels weer terug bij de moeder. De moeder heeft dit niet bij de jeugdbescherming gemeld, omdat zij het vertrouwen van [voornaam minderjarige] niet wilde beschadigen. De verleende spoedmachtiging tot uithuisplaatsing is bewust niet ten uitvoer gelegd. Hij zou in eerste instantie bij De Opper worden geplaatst, maar toen [voornaam minderjarige] daar feitelijk geplaatst zou gaan worden, was zijn plek niet meer beschikbaar. Ook Youz had geen plek beschikbaar en De Waag kon ook geen ambulante hulp bieden. De escalaties in de thuissituatie bij de moeder nemen toe. De situatie is onveilig. De komende weken zal de Raad verder onderzoek doen en zal gezocht moet worden naar een passende plek voor [voornaam minderjarige] .

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De Opper is niet de juiste plek voor [voornaam minderjarige] . Het middelengebruik van [voornaam minderjarige] is een contra-indicatie en er is een groot risico op groepsbeïnvloeding. Het is nog onduidelijk wat wel een passende plek voor hem is. De mogelijkheden van De Viersprong en YesWeCan zullen onderzocht worden. Er moet zicht komen op de problematiek van [voornaam minderjarige] . Hij staat op de wachtlijst voor hulpverlening van De Waag. In het verleden heeft ASH hulp geboden.
De moeder is het eens met het verzoek, maar zij voelt zich niet gehoord door de Raad en de GI. De moeder heeft al veel eerder aan de bel getrokken voor hulpverlening, maar zij loopt telkens tegen dichte deuren aan. De moeder erkent dat de problematiek van [voornaam minderjarige] te groot is om hem thuis te kunnen hebben. De moeder maakt zich grote zorgen over het drugsgebruik van [voornaam minderjarige] . De moeder wenst dat [voornaam minderjarige] naar een groep gaat wij haar hulp krijgt voor zijn middelengebruik, dan wel een verslavingskliniek.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] vertoont zelfbepalend gedrag, loopt weg van huis, gaat al lange tijd niet naar school, onttrekt zich aan het gezag, gebruikt dagelijks soft drugs en mogelijk harddrugs. De problematiek van [voornaam minderjarige] overstijgt de draagkracht van de moeder. De moeder is de grip op [voornaam minderjarige] kwijt, ondanks haar goede intenties. Eerdere hulpverlening in de vorm van ASH en MDFT hebben niet tot een structurele verandering geleid. Een uithuisplaatsing is daarom noodzakelijk.
Voorafgaand aan het spoedverzoek van de Raad is [voornaam minderjarige] enige tijd vermist geweest. Hierdoor kon hij niet meer terecht bij De Opper. Daarnaast lijkt deze crisisopvang ook niet voldoende te passen bij de problematiek van [voornaam minderjarige] . Een alternatief blijkt echter momenteel niet voorhanden te zijn. Bij gebrek aan een geschikte plek op een behandelgroep verblijft [voornaam minderjarige] momenteel noodgedwongen bij de moeder, waar zijn veiligheid en de veiligheid van de moeder onvoldoende gegarandeerd zijn. Het is daarom van groot belang dat met spoed een passende plek voor [voornaam minderjarige] wordt gevonden en dat er in de tussentijd in de thuissituatie bij de moeder intensieve hulpverlening wordt ingezet. Daarnaast zal voor de langere periode hulpverlening ingezet moeten worden, zoals voor het middelengebruik van [voornaam minderjarige] . De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing verlengen, zodat [voornaam minderjarige] direct geplaatst kan worden zodra er voor hem een geschikte plek is gevonden.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot uiterlijk 24 september 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2022 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.