Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Rijks Justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt, Borgtweg 1, 3202 LJ Spijkenisse,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlasteleggingen
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder parketnummer 10/129286-21 onder 3 en het onder 7 primair ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/176897-20 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/129286-21 onder 1 en 2, onder 4 tot en met 6, onder 7 subsidiair en het onder 8 en 9 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van tien maanden met aftrek van het voorarrest;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met
- parketnummer 10/691009-20.
4..Waardering van het bewijs
Standpunt officier van justitie
Beoordeling
Conclusie
Standpunt officier van justitie
Beoordeling
Conclusie
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusie
Standpunt officier van justitie
Beoordeling
Conclusie
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusie
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusie
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusie
5..Strafbaarheid feiten
7..(subsidiair).
medeplegen van mishandeling;
8.
9..
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
Forensisch centrum Teylingereind.Het rapport van 7 januari 2022 houdt voor zover van belang het volgende in.
De normoverschrijdend-gedragsstoornis (en bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling) is sinds het begin van de puberteit in toenemende mate aanwezig, en dus ook ten tijde van de tenlastegelegde feiten. Ondanks dat onderzoekers niet met de verdachte hebben kunnen spreken over mogelijke drijfveren/motieven, de mate van planning en voorbereiding bij de verschillende feiten, de groepsdynamiek, de rol van de verdachte in relatie tot medeverdachten, eventuele groepsdruk en de rol van de verdachte binnen de groepen, hebben alle ten laste gelegde feiten een proactief instrumenteel karakter, waarbij gedreigd wordt en fors geweld wordt gebruikt.
Er zal dan ook vooral geïnvesteerd moeten worden in de relatie om meer zicht te krijgen op de verdachte en vanuit daar aan de slag te gaan met zijn morele ontwikkeling, gevoelens, drijfveren en gedachtes, ter bevordering van meer adequate coping.
Raad voor de Kinderbeschermingheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 januari 2022. De Raad adviseert aan de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen op te leggen. Voorts adviseert de Raad dat de proeftijd behorende bij de voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde detentiestraf wordt verlengd met instandhouding van de voorwaarden.
gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: te noemen JBRR) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 januari 2022.
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
jeugddetentie voor de duur van tien maanden;
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
€ 2.330,00 (zegge: tweeduizenddriehonderddertig euro), bestaande uit € 1.330,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] te betalen
€ 2.330,00 (zegge: tweeduizenddriehonderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
€ 15.385,00 (zegge: vijftienduizenddriehonderdvijfentachtig euro), bestaande uit € 385,00 aan materiële schade en € 15.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam slachtoffer 4] te betalen
€ 15.385,00 (zegge: vijftienduizenddriehonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;