7.3.2.Rapportages en de verklaring van de deskundige op de terechtzitting
De
Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 18 januari 2022. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdenking ziet op een HIC-feit, wat maakt dat verscherpt toezicht overwogen dient te worden. Er is echter al verplicht toezicht vanuit de jeugdreclassering ingezet en de verdachte heeft zich tot 17 december 2021 niet gehouden aan de schorsingsvoorwaarde (avondklok). Daarbij wordt de verdachte opnieuw verdacht van een ernstig strafbaar feit, waardoor hij in de JJI in Lelystad is geplaatst. De verdachte weigert mee te werken aan een Harde Kern Aanpak (hierna: HKA) traject en Elektronische Monitoring (hierna: EM). De verdachte lijkt door zijn houding en gedrag zelf de regie in handen te willen houden met betrekking tot een preventief traject.
Een belemmerende factor in het onderzoek is het gegeven dat de verdachte nauwelijks informatie wil geven over zijn leven en niet wil meewerken aan de preventieve interventiemogelijkheden. Hierdoor vond de Raad het lastig om een passend advies te formuleren. De Raad is echter van mening dat een deels voorwaardelijke jeugddetentie geadviseerd dient te worden, waarbij het onvoorwaardelijk deel niet langer duurt dan de tijd die de verdachte heeft vastgezeten in de JJI. Het voorwaardelijk deel dient als stok achter de deur met de herinnering dat antisociaal gedrag niet wordt geaccepteerd in de maatschappij en dit signaal dient duidelijk aan de verdachte te worden overgebracht.
De Raad adviseert de rechtbank aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke jeugddetentie, op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- meewerkt aan alle hulpverlening welke de jeugdreclassering noodzakelijk acht;
- meewerkt aan diagnostiek en de daaruit volgende behandeling;
- naar school gaat volgens rooster;
- een gestructureerde vrijetijdbesteding heeft;
- zich houdt aan een avondklok;
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming Rijnmond Rotterdam Jeugdreclassering te Rotterdam opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
De
gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: JBRR) heeft rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 januari 2022, 17 januari 2022 en 19 januari 2022. Deze rapporten houden voor zover van belang het volgende in.
JBRR adviseert de rechtbank aan de verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zijn medewerking verleent aan het afnemen van een persoonlijkheidsonderzoek;
- zijn medewerking verleent aan het volgen van een eventuele behandeling, voortkomend uit het persoonlijkheidsonderzoek;
- geen contact zal hebben met zijn medeverdachten;
- naar school gaat volgens lesrooster.
JBRR acht deze straf passend als stok achter de deur voor de verdachte om mee te werken aan de jeugdreclasseringsbegeleiding en bijzondere voorwaarden. De verdachte heeft al een aantal weken in voorarrest gezeten. Om die reden wordt geadviseerd om geen onvoorwaardelijke straf meer op te leggen. Het verhelderen van de onderliggende oorzaken en daarop aansluitende behandeling dienen op de voorgrond te staan.
De rechtbank heeft acht geslagen op bovenstaande rapporten.
Namens JBRR heeft mw. [naam] ter terechtzitting aanvullend naar voren gebracht dat er zorgen zijn over de houding van de verdachte. Hoewel hij niet geholpen wil worden, is het belangrijk dat er toch een aanvullend onderzoek plaatsvindt. Eerder heeft Mentaal Beter een IQ-onderzoek afgenomen. Mentaal Beter heeft gelet op de ontwikkelingen geadviseerd om uitgebreid onderzoek te doen bij de verdachte, om tot een passend behandeladvies te komen. De verdachte heeft in het verleden het een en ander meegemaakt. Hij heeft een periode thuis gezeten en weinig sociale contacten gehad. Het is fijn voor de verdachte dat hij nu vrienden heeft gemaakt, maar volgens JBRR zijn dit juist jongens met wie hij niet moet omgaan. JBRR vermoedt dat het lastig is voor de verdachte om zich te onttrekken aan deze jongeren.