Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde (poging tot doodslag);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
4..Waardering van het bewijs
8 februari 2022 kwam de verdachte onder invloed van alcohol aan bij de woning en hij hoorde dat zijn echtgenote in de kamer van [naam slachtoffer] was. De verdachte is boos geworden en naar de kamer van [naam slachtoffer] gelopen. Onderweg heeft hij een (keuken)mes van een kast gepakt en hij is met het mes de kamer van [naam slachtoffer] binnen gegaan. De verdachte heeft [naam slachtoffer] , die zich op zijn bed bevond, meerdere keren met het mes in zijn benen gestoken. [naam slachtoffer] is daarbij, toen hij probeerde te voorkomen dat hij met het mes gestoken zou worden, ook gewond geraakt aan zijn linkerhand.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;