In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 17 september 2022, na een mondelinge behandeling waarbij de betrokken partijen aanwezig waren. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de verlenging van de uithuisplaatsing, omdat [voornaam minderjarige] momenteel een positieve ontwikkeling doormaakt in een open groep van Pluryn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om de uithuisplaatsing te verlengen in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft ook de bijzondere curator, mr. G.J. Schipper-de Bruijn, herbenoemd voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 17 maart 2023. De bijzondere curator heeft de wens van [voornaam minderjarige] om bij de moeder te wonen ondersteund, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige] nog te pril is om direct bij de moeder te kunnen wonen. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om zorgvuldig toe te werken naar een plaatsing bij de moeder, om te voorkomen dat het misgaat.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 15 juli 2022. De betrokken partijen zijn geïnformeerd over hun recht om hoger beroep in te stellen tegen deze beschikking.