ECLI:NL:RBROT:2022:6141

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
C/10/638216 / JE RK 22-1113
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe gezinsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader, de stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west aanwezig waren.

De feiten wijzen op een problematische situatie waarin [voornaam minderjarige] zich bevindt. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot een onveilige en onduidelijke situatie voor [voornaam minderjarige]. De moeder heeft psychische problemen, terwijl de vader moeite heeft met emotieregulatie. Dit heeft geleid tot een loyaliteitsconflict voor [voornaam minderjarige], die al jarenlang wisselende verblijfplaatsen heeft gekend en onvoldoende stabiliteit heeft ervaren.

De kinderrechter oordeelt dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] weg te nemen. Daarom is het noodzakelijk om een jeugdbeschermer in te schakelen die de regie kan nemen en passende hulpverlening kan inzetten. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van twaalf maanden, met als doel stabiliteit en rust te creëren in haar leven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/638216 / JE RK 22-1113
Datum uitspraak: 28 juni 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2009 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
advocaat: mr. R.A.A.H. van Leur, te Dordrecht.
De kinderrechter merkt als informanten aan:

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader] ,

[naam stiefvader] ,

hierna te noemen: de stiefvader, wonende te [woonplaats stiefvader] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van
12 mei 2022, ingekomen bij de griffie op 13 mei 2022.
Op 14 juni 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die op een ander tijdstip apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, in aanwezigheid van mr. P.F.M. Gulickx;
- de stiefvader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming west (hierna: de GI), [naam vertegenwoordigster 1] en [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder en de stiefvader.

Het verzoek

De Raad verzoekt een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] heeft veel meegemaakt en heeft verschillende verblijfplaatsen gekend. Vanwege een psychose van de moeder kwam zij plotseling in oktober 2021 enkele weken bij oma vaderszijde (vz) en vader te wonen, terwijl [voornaam minderjarige] al tien jaar geen contact met de vader heeft gehad. Toen [voornaam minderjarige] naar de moeder terugging, is het contact met de vader weer verbroken. [voornaam minderjarige] bevindt zich in een loyaliteitsconflict. Het is belangrijk dat er rust voor [voornaam minderjarige] komt, zodat zij aan haar eigen ontwikkeling toekomt en zich minder zorgen maakt over de ouders. De ouders moeten hun verantwoordelijkheid nemen en [voornaam minderjarige] ondersteunen. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] op een onbelaste manier contact kan hebben met beide ouders. Gedurende de ondertoezichtstelling moet gewerkt worden aan het contactherstel tussen [voornaam minderjarige] en de vader. De hulpverlening in het vrijwillig kader is ontoereikend geweest.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad.
De moeder is het eens met het verzoek. In het vrijwillig kader werken alle hulpverleners langs elkaar heen. Ook hebben de gesprekken over omgang tot veel emoties geleid. De moeder wil een vaste jeugdbeschermer die de ouders ondersteunt, naast de ouders staat en de regie houdt. De moeder geeft toe dat [voornaam minderjarige] veel heeft meegekregen van alle problematiek. Het is belangrijk dat er individuele hulpverlening voor [voornaam minderjarige] komt. [voornaam minderjarige] staat op een wachtlijst voor de KOPP-groep.
De vader is het eens met het verzoek. Toen [voornaam minderjarige] tijdelijk bij oma vz verbleef, heeft de vader het contact met [voornaam minderjarige] als prettig ervaren. De vader betreurt dat er nu geen contact meer is met [voornaam minderjarige] . Het is belangrijk dat een onafhankelijke jeugdbeschermer de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] gaat volgen. De vader vindt het fijn dat het contactherstel met [voornaam minderjarige] een doel is van de ondertoezichtstelling. Hij wil samen met de jeugdbeschermer afspraken maken in het belang van [voornaam minderjarige] . De vader heeft ondersteuning van een psycholoog voor zijn emotieregulatie en hij vindt een extra cursus niet nodig. De vader heeft zijn leven verbeterd; hij heeft een eigen woning en een inkomen.
De stiefvader heeft ter zitting aangegeven dat het de ouders tot nu toe niet gelukt is om duidelijke afspraken over [voornaam minderjarige] te maken.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
[voornaam minderjarige] wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. Er is al jarenlang sprake van strijd tussen de ouders. De ouders zijn niet in staat om op een voor [voornaam minderjarige] niet-belastende manier met elkaar te communiceren en voeren meerdere juridische procedures over onder meer het gezag en de omgang tussen [voornaam minderjarige] en de vader. Bij beide ouders is sprake van persoonlijke problematiek. De moeder heeft last van psychoses en de vader heeft moeite met zijn emotieregulatie. Beide ouders praten negatief over elkaar en diskwalificeren elkaar als ouder. Ook de stiefvader laat zich in dat opzicht niet onbetuigd. Het lukt de volwassenen niet om [voornaam minderjarige] buiten deze strijd te houden en haar belangen voorop te stellen. [voornaam minderjarige] is getuige geweest van de ruzies tussen de ouders en heeft hier nog steeds last van. Ook heeft zij veel wisselende verblijfplekken gekend. Als gevolg hiervan heeft [voornaam minderjarige] langdurig onvoldoende stabiliteit, structuur en rust gekregen. Dit is erg schadelijk voor haar ontwikkeling. Daarnaast heeft [voornaam minderjarige] al tien jaar geen contact gehad met de vader. In oktober 2021 kwam zij plotseling bij oma vz en in het weekend bij de vader te wonen toen de moeder was opgenomen bij Yulius vanwege een psychose. Vervolgens is het contact met de vader tot op heden weer verbroken. Bovendien lijkt de hechting tussen de moeder en [voornaam minderjarige] al op jonge leeftijd verstoord geraakt te zijn. Het is een zorgelijke ontwikkeling dat [voornaam minderjarige] zich mogelijk in een loyaliteitsconflict bevindt.
De ouders zijn onvoldoende in staat om zelfstandig de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige] weg te nemen. Het is fijn dat de moeder voor haar persoonlijke problematiek hulpverlening van Yulius heeft en medicatie krijgt. Van belang is dat de moeder deze hulpverlening voor zichzelf blijft accepteren. Positief is ook dat de vader zijn leven op orde heeft, alleen hij zal nog wel moeten leren om zijn emoties beter te reguleren. De inzet van een jeugdbeschermer acht de kinderrechter noodzakelijk om de regie te nemen, passende hulpverlening in te zetten voor [voornaam minderjarige] en de ouders en de stiefvader en zicht te krijgen op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] stabiliteit en rust krijgt. De komende periode is het van belang dat wordt ingezet op Parallel Solo Ouderschap, zodat de ouders op een constructieve manier naast elkaar hun ouderschap kunnen invullen. Ook dient de jeugdbeschermer met de inzet van hulpverlening het contact tussen [voornaam minderjarige] en de vader op te bouwen op een manier waarbij het belang van [voornaam minderjarige] leidend is. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, gevestigd te Dordrecht, met ingang van 28 juni 2022 tot 28 juni 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. van der Stroom, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.