ECLI:NL:RBROT:2022:6126

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
ROT 22/1812
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijstandsmaatregel wegens beëindiging dienstverband en zorg voor zieke kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. G.A.S. Maduro, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, vertegenwoordigd door mr. R. Duivenvoorde. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om haar bijstandsuitkering met 100% te verlagen voor de duur van één maand, omdat zij had ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband. De rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel terecht is opgelegd. Eiseres had te snel ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband, terwijl zij in overleg met haar werkgever had moeten proberen tot een oplossing te komen om de zorg voor haar zieke kind te combineren met haar werk. De rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van het opleggen van de maatregel af te zien. De financiële situatie van eiseres bood voldoende ruimte om een maand te overbruggen zonder in grote financiële problemen te komen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/1812
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. G.A.S. Maduro),
en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Duivenvoorde).
Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden
Na sluiting van het onderzoek ter zitting op 20 juli 2022 heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Met het besluit van 5 december 2021 heeft verweerder de bijstandsuitkering van eiseres met ingang van 1 januari 2022 voor de duur van 1 maand met 100% verlaagd omdat zij heeft ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband. Het bezwaar dat eiseres tegen dit besluit indiende, heeft verweerder ongegrond verklaard.
2. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de bijstandsuitkering terecht verlaagd met 100% gedurende 1 maand. Eiseres heeft te snel ingestemd met de beëindiging van het dienstverband, terwijl dit niet noodzakelijk was. Dit was misschien anders geweest als één van haar kinderen chronisch ziek was, maar daarvan was geen sprake. Overigens had eiseres ook in die situatie eerst met haar werkgever in overleg moeten treden over mogelijke alternatieven om de zorg voor haar kinderen te combineren met haar werk.
3. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat geen sprake is van dringende om van het opleggen van een maatregel af te zien. De financiële positie van eiseres bood voldoende ruimte om te voorkomen dat eiseres in grote financiële moeilijkheden zou geraken of met haar kinderen op straat zou komen te staan. Daarnaast is niet gebleken dat eiseres anderszins zeer ernstige onomkeerbare gevolgen van de maatregel zal ondervinden.
4. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2022 door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Huis-Grondman, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.