In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Plaisier, en een gedaagde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, vertegenwoordigd door nl.legal LLP. De eiser had een auto gekocht van de gedaagde, maar na twee maanden startte de auto niet meer. De eiser vorderde betaling van de herstelkosten en proceskosten, terwijl de gedaagde betwistte dat er een overeenkomst was gesloten, omdat de gedaagde ten tijde van de koop nog niet was opgericht. De kantonrechter oordeelde dat de eiser zijn vordering niet langer handhaafde, waardoor de vordering werd afgewezen. Tevens werd de eiser veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, omdat hij niet had gecontroleerd of hij de juiste partij had gedagvaard. De kantonrechter stelde de proceskosten vast op € 187,00, met wettelijke rente, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.