In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de commanditaire vennootschap 11.10 ZVO C.V., eiseres, en een gedaagde die in een huurwoning woont. De procedure volgde na een eerdere mondelinge behandeling en een deskundigenonderzoek naar geluidsoverlast. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde ontoelaatbare en structurele geluidsoverlast heeft veroorzaakt, wat een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst met zich meebracht. De deskundige concludeerde dat de geluidsisolatie van de woning voldeed aan de normen, maar dat de gedaagde met zijn geluidsniveau de grenzen overschreed. De kantonrechter oordeelde dat de geluidsoverlast en de bedreigingen die de gedaagde richting de buren heeft geuit, voldoende grond vormden voor ontbinding van de huurovereenkomst. De gedaagde werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 100,00 per dag bij niet-naleving. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huur tot de ontruiming en de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de langdurige overlast.