ECLI:NL:RBROT:2022:6038

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 mei 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
C/10/637253 / JE RK 22-969
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [roepnaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder, en dat de minderjarige momenteel verblijft binnen de gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch. De ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] is eerder ingesteld bij beschikking van 25 maart 2018 en is sindsdien steeds verlengd.

De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] met een jaar te verlengen en om een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders. Tijdens de zitting is gebleken dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [roepnaam minderjarige], maar dat er ook vooruitgang is geboekt. De kinderrechter heeft de GI in haar verzoek gesteund, gezien de noodzaak voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 6 juni 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft benadrukt dat er concrete doelen moeten worden gesteld voor de toekomst van [roepnaam minderjarige], inclusief dagbesteding en onderwijs, en dat de noodzakelijke hulpverlening moet blijven plaatsvinden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/637253 / JE RK 22-969
datum uitspraak: 31 mei 2022

verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [roepnaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 april 2022, ingekomen bij de griffie op 25 april 2022.
Op 31 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [roepnaam minderjarige] , in aanwezigheid van zijn advocaat mr. S.R. Kwee, die ook voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. K. Logtenberg,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam 1] en mw. [naam 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[roepnaam minderjarige] verblijft binnen de gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 25 maart 2018 is [roepnaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 9 juni 2022.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 20 december 2021 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 20 december 2021 tot 20 maart 2021. Dit verzoek is voor het overige aangehouden. Op 15 maart 2022 is dit verzoek verder behandeld. Bij beschikking van 15 maart 2022 heeft de kinderrechter een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 20 april 2022 en de beslissing voor het overige aangehouden. Daarbij is bepaald dat betrokken op 14 april 2022 opnieuw worden gehoord op het (resterend deel van het) verzoek van de GI. De kinderrechter heeft bij beschikking van 14 april 2022 een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 20 april 2022 tot 9 juni 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] te verlengen met een jaar. De GI heeft tevens verzocht een machtiging uithuisplaatsing van [roepnaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn vanuit Labyrint twijfels of zij de geschikte plek zijn voor [roepnaam minderjarige] . Toch zal [roepnaam minderjarige] maandag 6 juni 2022 de overstap maken. Voor de GI is de komende tijd de taak weggelegd om de juiste dagbesteding voor [roepnaam minderjarige] te zoeken. Dit is een van de voorwaarden voor de plaatsing van [roepnaam minderjarige] bij Labyrint. Daarnaast dient er een passende school voor [roepnaam minderjarige] te worden gezocht zodat hij na de zomervakantie een nieuwe start kan maken. Ten slotte staan [roepnaam minderjarige] en de moeder op de wachtlijst voor Multidimensionele familietherapie (hierna: MDFT).

Het standpunt van belanghebbenden

Door en namens de moeder is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Het blijkt dat er nog geen dagbesteding voor [roepnaam minderjarige] is geregeld, terwijl dit één van de voorwaarden is om [roepnaam minderjarige] binnen Labyrint te plaatsen. De moeder is blij dat het goed gaat met [roepnaam minderjarige] , waardoor hij niet meer op een gesloten setting hoeft te blijven. Echter maakt de moeder zich grote zorgen omdat er niet is toegewerkt naar de overplaatsing van [roepnaam minderjarige] . Hij is vaker in het verleden plots overgeplaatst naar andere instellingen. De moeder wenst dat er tussenstappen gezet waren voorafgaand aan de overplaatsing. De moeder zou liever zien dat [roepnaam minderjarige] thuis wordt geplaatst, maar ook hier wordt geen hulp in aangeboden. Alle partijen willen dat [roepnaam minderjarige] naar een goede plek gaat, maar dit moet wel voldoen aan de voorwaarden. Ten slotte heeft de moeder er erg veel moeite mee dat na de gezinsopname geen verdere stappen zijn ondernomen door de GI om de relatie tussen de [roepnaam minderjarige] en de moeder verder te ontwikkelen. Er moet meer hulpverlening komen om de stap naar huis voor [roepnaam minderjarige] in de toekomst te realiseren.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er nog altijd zorgen zijn over [roepnaam minderjarige] . Het lukt [roepnaam minderjarige] soms onvoldoende zijn emoties en gevoelens te beheersen. [roepnaam minderjarige] verblijft al geruime tijd op een gesloten groep bij Schakenbosch. Hoewel de aanpak op de groep daarvoor [roepnaam minderjarige] niet altijd bevorderlijk is geweest, heeft hijstappen weten te zetten binnen deze setting. Zo is er een passend maatwerktraject geweest voor [roepnaam minderjarige] op Schakenbosch, is hij begonnen met EMDR-therapie en met de therapie ‘’Rots en Water’’. Door de stappen die [roepnaam minderjarige] heeft gezet ziet de GI vooruitgang in het gedrag van [roepnaam minderjarige] . Hierdoor is de GI van mening dat [roepnaam minderjarige] klaar is voor de volgende stap. [roepnaam minderjarige] heeft zelf aangegeven dat hij graag naar een open groep wil. Om de plaatsing succesvol te laten zijn, moeten er concrete doelen worden opgesteld. De kinderrechter acht het noodzakelijk dat er snel duidelijkheid komt over de dagbesteding van [roepnaam minderjarige] en het onderwijs dat hij na de zomervakantie gaat volgen. Daarnaast is het belangrijk dat [roepnaam minderjarige] passende hulpverlening blijft ontvangen en dat de MDFT-therapie zo snel mogelijk start.
Ter zitting is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] . De kinderrechter is op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 BW. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] verlengen tot 6 juni 2023 en het overige afwijzen, om. de ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing in duur gelijk te laten lopen.
De machtiging uithuisplaatsing van [roepnaam minderjarige] is in het belang van de verzorging en opvoeding van [roepnaam minderjarige] (art. 1:265c, tweede lid, BW). De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing van [roepnaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlenen met ingang van 6 juni 2022 voor de duur van een jaar, te weten tot 6 juni 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] tot 6 juni 2023;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [roepnaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder met ingang van 6 juni 2022 tot 6 juni 2023;
wijst af het anders of meer verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2022 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.