In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [roepnaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder, en dat de minderjarige momenteel verblijft binnen de gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch. De ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] is eerder ingesteld bij beschikking van 25 maart 2018 en is sindsdien steeds verlengd.
De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] met een jaar te verlengen en om een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders. Tijdens de zitting is gebleken dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [roepnaam minderjarige], maar dat er ook vooruitgang is geboekt. De kinderrechter heeft de GI in haar verzoek gesteund, gezien de noodzaak voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 6 juni 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft benadrukt dat er concrete doelen moeten worden gesteld voor de toekomst van [roepnaam minderjarige], inclusief dagbesteding en onderwijs, en dat de noodzakelijke hulpverlening moet blijven plaatsvinden.