Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
4..Geldigheid dagvaarding (feiten 1 en 2 primair en subsidiair)
5..Waardering van het bewijs
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
[naam bedrijf 2] was de bestuurder van [naam bedrijf 3] .. De verdachte was via haar bedrijf [naam bedrijf 5] . (middellijk) bestuurder van [naam bedrijf 2] . [naam medeverdachte 1] was via zijn bedrijf [naam bedrijf 6] . eveneens (middellijk) bestuurder van [naam bedrijf 2] , maar [naam bedrijf 3] werd feitelijk gerund door de verdachte. Verdachte werkte op grond van een managementovereenkomst voor [naam bedrijf 2] bij [naam bedrijf 1] ..
29 december 2016 dat naar aanleiding van het onderzoek is opgemaakt, is gebleken dat [naam bedrijf 3] over de periode 1 mei 2011 t/m 30 april 2013 aangiftes met een te laag bedrag aan omzetbelasting heeft ingediend. De Belastingdienst heeft hiervoor een naheffingsaanslag aan [naam bedrijf 3] opgelegd van € 945.383 en een bijbehorende boete van
€ 661.768.
1 mei 2013 tot en met 1 juni 2016 opnieuw aangiftes met een te laag bedrag aan omzetbelasting heeft ingediend. In maart 2017 heeft het openbaar ministerie beslist dat de verdachte hier strafrechtelijk voor zou worden vervolgd (onderzoek Beerenberg I). De verdachte heeft het feit bekend. De rechtbank Rotterdam heeft de verdachte bij vonnis van 13 juli 2021 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren voor het feitelijke leidinggeven aan [naam bedrijf 3] tot het plegen van omzetbelastingfraude voor een bedrag van ongeveer
€ 1.000.00,- over de periode 1 mei 2013 tot en met 1 juni 2016. Het vonnis is op dit moment niet onherroepelijk.
€ 10.000,- overgemaakt naar [naam medeverdachte 1] .
23,7% (9 uur per week) van haar tijd fungeerde als nanny van [naam medeverdachte 1] en [persoon E] );
23,7% (9 uur per week) van haar tijd fungeerde als nanny van [naam medeverdachte 1] en [persoon E] );
6..Strafbaarheid feiten
1.
2..primair
7..Strafbaarheid verdachte
8..Motivering straf
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdenveertig) uren,waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 dagen.