In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 11 april 2022 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar en om een machtiging te verlenen voor opname in een gesloten accommodatie voor drie maanden. De minderjarige verblijft op dat moment in de gesloten jeugdhulpinstelling Harreveld en heeft positieve stappen in zijn ontwikkeling gemaakt. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige, zijn ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder heeft haar instemming met het plan van de GI uitgesproken, terwijl de minderjarige zelf geen verweer heeft gevoerd tegen de verzoeken.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen verweer is tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en dat aan de wettelijke vereisten is voldaan. Voor de machtiging gesloten jeugdhulp is overwogen dat deze noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de minderjarige gebaat is bij de structuur en duidelijkheid die de gesloten setting biedt en dat er vooruitgang is geboekt. Daarom heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling verlengd tot 28 juni 2023 en de machtiging gesloten jeugdhulp verleend van 28 juni 2022 tot 28 september 2022. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.