ECLI:NL:RBROT:2022:5993

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C/10/638644 / JE RK 22-1201
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdhulpaanbieder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 23 mei 2022 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Dit verzoek volgde op een eerdere ondertoezichtstelling die was verlengd tot 1 december 2022 en een machtiging tot uithuisplaatsing die eerder was verleend bij de grootmoeder van [voornaam minderjarige].

Tijdens de zitting op 13 juni 2022, die met gesloten deuren plaatsvond, is de situatie van [voornaam minderjarige] besproken. De minderjarige was op 5 mei 2022 bij haar grootmoeder geplaatst, maar deze plaatsing is snel problematisch gebleken. [voornaam minderjarige] heeft fysiek geweld gebruikt tegen haar grootmoeder, wat leidde tot de conclusie dat het niet langer verantwoord was om haar daar te laten verblijven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en het welzijn van [voornaam minderjarige].

De kinderrechter heeft geoordeeld dat een plaatsing binnen een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder in het belang van [voornaam minderjarige] is. De beschikking verleent een machtiging tot uithuisplaatsing met ingang van 13 juni 2022 tot 1 december 2022. De beschikking is mondeling gegeven door mr. S. Jordaan en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/638644 / JE RK 22-1201
datum uitspraak: 13 juni 2022

beschikking uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 23 mei 2022, ingekomen bij de griffie op 23 mei 2022.
Op 13 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader.
De minderjarige [voornaam minderjarige] is in de gelegenheid gesteld om haar mening kenbaar te maken, maar heeft daar geen gebruik van gemaakt.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft in een crisisgroep van het Bergse Bos.
Bij beschikking van 28 oktober 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 1 december 2022. Tevens is op 29 april 2022 een machtiging uithuisplaatsing verleend tot 1 december 2022 in een voorziening voor pleegzorg, te weten bij haar grootmoeder.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] is op 5 mei 2022 bij de grootmoeder geplaatst. Dit is niet goed gegaan, binnen twee dagen al heeft [voornaam minderjarige] fysiek geweld gebruikt richting haar oma en heeft haar zelfs geprobeerd te wurgen. Ook heeft [voornaam minderjarige] de woning van de oma overhoop gehaald. Het was niet langer verantwoord om [voornaam minderjarige] bij haar grootmoeder te laten verblijven. Nu verblijft [voornaam minderjarige] in een crisisgroep.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er ernstige zorgen zijn over [voornaam minderjarige] . Na een gesloten plaatsing is [voornaam minderjarige] op 5 mei 2022 bij de grootmoeder (moederszijde) gaan wonen. Hier is de situatie vrijwel direct uit de hand gelopen. [voornaam minderjarige] heeft fysieke agressie getoond richting haar oma. Deze agressie liep zo hoog op, dat het niet meer mogelijk was om [voornaam minderjarige] bij haar oma te laten verblijven. Een andere plaatsing binnen het netwerk is niet mogelijk gebleken voor [voornaam minderjarige] . Ook een thuisplaatsing bij een van de ouders is op dit moment niet aan de orde. Uit het dossier is gebleken dat de moeder en het netwerk achter de verzochte plaatsing staan.
De kinderrechter acht een plaatsing binnen een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder op dit moment het meest in het belang van [voornaam minderjarige] . Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
Uit het voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, met ingang van 13 juni 2022 tot 1 december 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2022. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.