In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 23 mei 2022 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Dit verzoek volgde op een eerdere ondertoezichtstelling die was verlengd tot 1 december 2022 en een machtiging tot uithuisplaatsing die eerder was verleend bij de grootmoeder van [voornaam minderjarige].
Tijdens de zitting op 13 juni 2022, die met gesloten deuren plaatsvond, is de situatie van [voornaam minderjarige] besproken. De minderjarige was op 5 mei 2022 bij haar grootmoeder geplaatst, maar deze plaatsing is snel problematisch gebleken. [voornaam minderjarige] heeft fysiek geweld gebruikt tegen haar grootmoeder, wat leidde tot de conclusie dat het niet langer verantwoord was om haar daar te laten verblijven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en het welzijn van [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft geoordeeld dat een plaatsing binnen een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder in het belang van [voornaam minderjarige] is. De beschikking verleent een machtiging tot uithuisplaatsing met ingang van 13 juni 2022 tot 1 december 2022. De beschikking is mondeling gegeven door mr. S. Jordaan en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.