In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. en een gedaagde die op een geheim adres woont. ASR vorderde betaling van een achterstallige zorgpremie van € 560,67, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had de zorgpremie voor de maanden maart tot en met juni 2021 niet betaald en betwistte de zorgverzekeringsovereenkomst met ASR. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde, ondanks haar verweer, een zorgverzekeringsovereenkomst met ASR had, die tot stand was gekomen via het CAK, dat bevoegd is om zorgverzekeringen af te sluiten voor ingezetenen die geen verzekering hebben afgesloten. De rechter oordeelde dat de gedaagde verplicht was de premie te betalen en dat de vordering van ASR gegrond was. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van ASR toegewezen.