Wat de rechtbank vindt
9
.Met betrekking tot het verzoek van eiser om de gronden in bezwaar als herhaald en ingelast te beschouwen, oordeelt de rechtbank dat een dergelijk verzoek, zonder daarbij aan te geven in hoeverre de reactie van het UWV daarop tekortschiet, onvoldoende is om te spreken van een beroepsgrond waarover de rechtbank zich moet uitlaten.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
11. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. Hij heeft eiser telefonisch gesproken en op het spreekuur gezien. Op basis van dit onderzoek stelt hij dat er geen sprake is van geen benutbare mogelijkheden en dat hij in vergelijking met de beoordeling per het einde van de wachttijd geen wezenlijk andere gezondheidsklachten ziet. De bestaande beschrijving van de belastbaarheid acht hij nog toereikend.
12. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in haar rapport van 16 augustus 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier bestudeerd. Ook heeft zij eiser gesproken op de hoorzitting en aanvullend onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt dat de beoordeling van de arts aangevuld moet worden en past de FML aan.
13. In beroep heeft eiser aanvullende medische informatie van de anesthesioloog en het revalidatiecentrum overlegd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar aanvullende rapport van 2 maart 2022 de informatie van de anesthesioloog beoordeeld. Zij stelt op basis van deze informatie dat er medische gronden zijn om meer beperkingen aan te nemen en past de FML aan. Ter zitting heeft het UWV toegelicht dat de informatie van het revalidatiecentrum betrekking heeft op de situatie na een beroerte, die eiser heeft gehad in december 2021. Dit betreft de medische situatie ruim na de datum in geding.
14. De rechtbank volgt het UWV in haar uitleg dat de informatie van het revalidatiecentrum betrekking heeft op de situatie ruim na de datum in geding. Daarmee kan aan deze informatie niet de waarde worden toegekend, die eiser daaraan toegekend wil zien.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars met betrekking tot de datum in geding betrokken in haar beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
16. De arts heeft beoordeeld dat de FML, die is opgesteld per het einde van de wachttijd, de beperkingen van eiser voldoende ondervangt. In deze FML zijn beperkingen aangenomen voor de fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
17. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 16 augustus 2021 gesteld dat er geen rekening is gehouden met de klachten van eiser ten gevolge van diabetes. Zij heeft daarom meer beperkingen aangenomen voor risicovolle omstandigheden, zoals werken op hoogtes en het besturen van een voertuig, en voor fysiek zware arbeid.
18. Eiser vindt dat er onvoldoende beperkingen zijn aangenomen op grond van zijn klachten. Eiser heeft dit onderbouwd met medische informatie van de anesthesioloog en van het revalidatiecentrum.
19. In het aanvullende rapport van 2 maart 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar aanleiding van de informatie van de anesthesioloog aanvullende beperkingen aangenomen voor lopen, staan en trappenlopen.
20. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiser klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiser zijn klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. De toename van eisers klachten door de beroerte is niet relevant voor de beoordeling van deze zaak, omdat de beroerte geruime tijd na 7 oktober 2020 heeft plaatsgevonden.
21. De rechtbank constateert wel dat de aanpassing van de verzekeringsgeneeskundige grondslag (FML) betekent dat het bestreden besluit een gebrek bevat. Het arbeidsongeschiktheidspercentage blijft echter onder de 35%, waardoor dit gebrek eiser niet benadeelt. Daarom kan dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden gepasseerd.
De arbeidskundige beoordeling
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 20 augustus 2021 op basis van de FML gesteld dat de functies die in de arbeidskundigebeoordeling per het einde van de wachttijd zijn geselecteerd nog steeds geschikt zijn. Het gaat om de volgende functies:
- (111160) Textielproductenmaker;
- (111180) Productiemedewerker industrie;
- (111220) Lader, losser.
Deze drie functies zijn gebruikt voor het berekenen van de mate van arbeidsongeschiktheid. Daarnaast is nog een reservefunctie geselecteerd: (111190) Inpakker.
23. In het aanvullend rapport van 23 maart 2022 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep beoordeeld of deze functies nog steeds passend zijn op basis van de aangepaste FML van 2 maart 2022. Twee van de geselecteerde functies, namelijk ‘Lader, losser’ en ‘Inpakker’ zijn niet meer passend en worden verworpen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft twee andere functies geselecteerd die wel geschikt zijn. Dit zijn: (267051) Monteur printplaten en (267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen. De functie ’Monteur printplaten’ vervangt de functie ‘Lader, losser’ in de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid. Op basis van de middelste functie heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep berekend dat de mate van arbeidsongeschiktheid 15,03% is.
24. Eiser heeft aangevoerd dat de geduide functies zijn belastbaarheid overschrijden. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van de gronden gericht tegen de functies ‘Lader, losser’ en ‘Inpakker’, nu deze functies inmiddels zijn verworpen door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. Tegen de functies ‘Textielproductenmaker’ en ‘Productiemedewerker industrie’ heeft eiser aangevoerd dat hij geen ervaring heeft met deze werkzaamheden, door geheugenverlies moeite heeft om instructies tot zich te nemen en dat hij concentratieproblemen heeft.
25. In het aanvullende rapport van 14 februari 2022 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep toegelicht dat deze functies de belastbaarheid niet overschrijden. Eiser is niet beperkt geacht op de onderdelen ‘vasthouden van aandacht’, ‘herinneren’ en ‘zelfstandig of doelmatig handelen’. Ook is er geen ervaring vereist voor het uitoefenen van de functies. De werkzaamheden worden tijdens het werk aangeleerd.
26. De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in de rapporten van 20 augustus 2021, 14 februari 2022 en 23 maart 2022 voldoende heeft uitgelegd waarom de geduide functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiser. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Op basis van de beroepsgronden ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat deze functies niet geschikt zijn voor eiser.
27. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiser op 7 oktober 2020 met deze functies 84,97% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als schoonmaker en slijper, zodat eiser voor de overige 15,03% arbeidsongeschikt is.
28. De grond van eiser dat onvoldoende belangenafweging heeft plaatsgevonden slaagt niet. De beëindiging van de WIA-uitkering van eiser is gebaseerd op dwingendrechtelijke bepalingen van de Wet WIA. In dat kader is er geen plaats voor het meewegen van de individuele belangen die iemand heeft bij de toekenning van een WIA-uitkering.