In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 juni 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd. De kinderen verblijven bij hun tante, terwijl het ouderlijk gezag door de vader wordt uitgeoefend. De vader is niet verschenen op de zitting, wat de zorgen over zijn betrokkenheid vergroot. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de vader en de tante problematisch is en dat de kinderen behoefte hebben aan stabiliteit en ondersteuning.
De Raad heeft aangegeven dat de kinderen een moeizame jeugd hebben gehad, met veel wisselingen in hun woonsituatie en een gebrek aan emotionele beschikbaarheid van de vader. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de communicatie tussen de vader en de tante te verbeteren en om te zorgen voor een toekomstperspectief voor de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en geldt voor de duur van twaalf maanden, tot 14 juni 2023. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.