ECLI:NL:RBROT:2022:5895

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
C/10/639171 / JE RK 22-1287
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezagskwesties en communicatieproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 juni 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd. De kinderen verblijven bij hun tante, terwijl het ouderlijk gezag door de vader wordt uitgeoefend. De vader is niet verschenen op de zitting, wat de zorgen over zijn betrokkenheid vergroot. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de vader en de tante problematisch is en dat de kinderen behoefte hebben aan stabiliteit en ondersteuning.

De Raad heeft aangegeven dat de kinderen een moeizame jeugd hebben gehad, met veel wisselingen in hun woonsituatie en een gebrek aan emotionele beschikbaarheid van de vader. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de communicatie tussen de vader en de tante te verbeteren en om te zorgen voor een toekomstperspectief voor de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en geldt voor de duur van twaalf maanden, tot 14 juni 2023. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/639171 / JE RK 22-1287
datum uitspraak: 14 juni 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2008 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2009 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] ,

[naam tante] ,

hierna te noemen de tante, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 1 juni 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 14 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] , die voorafgaand aan de zitting gezamenlijk zijn gehoord,
- de tante vz,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam 2] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de vader.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verblijven bij de tante, een zus van de vader.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] hebben een moeizame jeugd gehad. Zij hebben op veel verschillende plekken gewoond en hebben ook veel afwijzing gekend. Inmiddels wonen zij bij de tante, die hen vastigheid biedt. Tussen de vader en de tante is onrust. De vader heeft bepaalde rechten als ouder, maar hij zal ook meer aan zijn plichten moeten werken. Het is voor de meiden belangrijk dat zij een toekomstperspectief krijgen en kunnen werken naar volwassenheid. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk zodat er een onafhankelijke derde betrokken raakt die kan verkennen wat de mogelijkheden zijn voor het contactherstel tussen de vader en de kinderen en kan helpen de communicatie en het vertrouwen tussen de vader en de kinderen en tussen de vader en de tante te verbeteren.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De GI is nog niet betrokken bij het gezin.
De tante is het eens met het verzoek. De communicatie met de vader loopt niet goed. Het is voor de meiden belangrijk dat zij vertrouwen krijgen in de vader en duidelijkheid ervaren. De meiden missen hun vader. Het zou fijn zijn als de vader meer tijd voor hen heeft. De tante heeft geprobeerd het contact tussen de meiden en de vader te stimuleren, maar dat is lastig. De tante begrijpt dat [voornaam minderjarige 1] hulp nodig heeft. Zij heeft eerder hulp van Devotas gehad, maar dit werkte voor haar niet. Zij krijgt nu hulp via de huisarts.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De moeder is sinds 2013 niet meer betrokken bij hen. Na verschillende verblijfplaatsen te hebben gehad (waaronder pleeggezinnen), wonen de meiden sinds 2015 bij de tante. De communicatie tussen de vader en de tante verloopt niet goed. Ook over het contact tussen de kinderen en de vader zijn grote zorgen. Doordat de vader in het leven van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onvoldoende fysiek en emotioneel beschikbaar is geweest, is er een verstoorde ouder-kind relatie ontstaan. De afgelopen jaren hebben [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] weinig contact met de vader gehad, sommige periodes heeft er zelfs helemaal geen contact plaatsgevonden. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] geven aan hun vader te missen en zijn betrokkenheid en aandacht te wensen. Tegelijkertijd is hun vertrouwensbreuk dusdanig groot dat zij zelf ook weerstand hebben in het contact naar de vader.
Voor de verdere ontwikkeling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is het van groot belang dat de communicatie tussen de vader en de tante verbetert. Daarnaast zullen de vader en de tante ervoor moeten zorgen dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] niet langer worden belast met spanningen en volwassenenproblematiek. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] maken zich duidelijk zorgen om zaken waar zij zich niet mee bezig zouden moeten houden. Er dienen duidelijke afspraken gemaakt te worden met de vader, de tante en de meiden. Aangezien het de vader en de tante niet gelukt is om in het vrijwillig kader hun onderlinge verstandhouding en communicatie in het belang van de meiden te verbeteren, is de kinderrechter van oordeel dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. Naast het verbeteren van de communicatie tussen de vader en de tante, het maken van afspraken en het werken aan contactherstel tussen de vader en de meiden, acht de kinderrechter het tevens van belang dat gekeken wordt of de kinderen individuele hulpverlening nodig hebben voor hetgeen zij hebben meegemaakt. Daarnaast kan de inzet van hulpverlening voor de communicatie tussen de vader en de tante wenselijk zijn.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 14 juni 2022 tot 14 juni 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.