Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking verlenging ondertoezichtstelling
[naam minderjarige] ,
[naam moeder] ,
[naam oma mz] ,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013, die onder toezicht was gesteld tot 25 juni 2022. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De moeder en de oma van de minderjarige zijn de belanghebbenden in deze zaak. De moeder woont niet bij de minderjarige, die bij de oma verblijft. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder telefonisch is gehoord en een begeleidster van de oma bijzondere toegang heeft gekregen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in het afgelopen jaar weinig vooruitgang is geboekt in de omgang tussen de minderjarige en de moeder. De communicatie tussen de moeder en de oma is problematisch, wat de ontwikkeling van de minderjarige negatief beïnvloedt. Beide partijen erkennen dat er iets moet veranderen, maar wijzen naar elkaar als oorzaak van de problemen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de communicatie tussen de moeder en de oma te verbeteren, zodat er een stabiele bezoekregeling kan worden gerealiseerd.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 25 juni 2023 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.