In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 juni 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van een jaar. De moeder van de kinderen, bijgestaan door haar advocaat mr. J.T.M. Sengers, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de opvoedsituatie van de kinderen bij de moeder, die met een licht verstandelijke beperking kampt en onvoldoende in staat lijkt om aan de emotionele ontwikkelingsbehoeften van de kinderen te voldoen. De kinderrechter heeft echter ook geconstateerd dat er onvoldoende informatie is om een definitieve beslissing te nemen over de uithuisplaatsing. Er zijn vragen gerezen over de effectiviteit van de ingezette hulpverlening en de mogelijkheden voor alternatieve hulpverlening. De kinderrechter heeft daarom besloten de behandeling van het verzoek aan te houden en de zaak te verwijzen naar de meervoudige kamer voor verdere behandeling. De kinderrechter heeft de GI en andere betrokkenen verzocht om aanvullende informatie te verstrekken over de hulpverlening en de mogelijkheden om de kinderen bij de moeder te laten wonen. De zaak zal op 12 juli 2022 opnieuw worden behandeld.