Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De beschuldiging in de tenlastelegging
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of van 20 kilogram cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- met één of meer mededader(s) contacten te onderhouden en/of informatie uit te wisselen en/of afspraken te maken over het afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van de cocaïne,
- zich door een mededader met een auto (onbevoegd) op het terrein van de ECT Terminal gelegen aan de [adres] te laten brengen,
- de (inspectie)luiken van container [containernummer 1] (met gereedschap) open te breken/maken/verwijderen,
- die cocaïne achter de luiken van container [containernummer 1] vandaan te halen en/of in tassen te stoppen,
- die tassen met die cocaïne te verstoppen in container [containernummer 2],
- zich met één mededader schuil te houden in container [containernummer 3],
- één of meer tas(sen), gereedschap en/of (organisatie)telefoons voorhanden te hebben.
2..De beslissingen over het bewijs
- zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- met mededaders contacten te onderhouden en informatie uit te wisselen en afspraken te maken over het uithalen van de cocaïne,
- zich door een mededader met een auto op het terrein van de ECT Terminal gelegen aan de [adres] te laten brengen,
- die cocaïne in tassen te stoppen,
- die tassen met die cocaïne te verstoppen in container [containernummer 2],
- zich met één mededader schuil te houden in container [containernummer 3].
3..De bewijsmiddelen
De eigen waarneming van de rechtbank
werkelijke tijd 02:55-02:56 uur): er komt een personenauto aanrijden. De bestuurder van deze auto stapt uit bij de toegangspoort van de ECT Delta Terminal en meldt zich bij de beveiliging. De bestuurder is [naam medeverdachte 1].
werkelijke tijd 02:57 uur): de bestuurder stapt weer in de auto en rijdt verder het haventerrein op.
werkelijke tijd 03:03 uur): de bestuurder rijdt een parkeerplaats op bij gebouw 26.
werkelijke tijd 03:04 uur): de bestuurder rijdt achteruit en parkeert zijn auto naast een laag gebouw.
werkelijke tijd 03:05 uur): de bestuurder stapt uit en loopt richting gebouw 26.
werkelijke tijd 03:20 uur): de bestuurder komt uit gebouw 26, loopt richting de auto en stapt weer in. De auto blijft op dezelfde plaats staan.
werkelijke tijd 03:55 uur): de bestuurder stapt weer uit en loopt nogmaals richting gebouw 26. De alarmlichten van de auto lichten niet op.
werkelijke tijd 03:56 uur): er komen twee personen via de bestuurderszijde uit de auto. De lichten van de auto knipperen aan. Vervolgens verwijderen de twee personen zich van de auto.
werkelijke tijd 03:57 uur): de twee personen, donker gekleed, rennen achter elkaar de terminal op. Persoon 1 draagt een half lange jas tot op/over de knieën. Persoon 2 draagt een kortere jas en heeft een tas bij zich.
werkelijke tijd 03:58 uur): persoon 1 steekt de weg over en rent naar het hek rond het containerstack. Hij klimt over het hek. Vervolgens steekt persoon 2 ook de weg over en rent naar het hek. Persoon 2 gooit een tas over het hek en klimt vervolgens ook over het hek. Daarna verdwijnen zij tussen de containers.
4..De verboden gedraging en de strafbaarheid
Motivering straf
6..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;