Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 16 februari 2022, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord;
- het schriftelijke verweer, met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de spreekaantekeningen van [eiser].
2..De feiten
3..Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan hem te betalen € 7.745,07 met rente;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
De door [gedaagde] ingebrachte bankafschriften hebben de volgende omschrijvingen:
“2021/0012, 2021/0013, 2021/0014, 2021/0015 en 2021/0020”. Deze omschrijvingen komen overeen met het type factuurnummer dat [eiser] gebruikt, maar de nummers komen níet overeen met de factuurnummers waarvan [eiser] betaling vordert. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om nader te onderbouwen waarom deze betalingen desalniettemin zien op de werkzaamheden waarvan [eiser] in dit geschil betaling vordert. Nu [gedaagde] dit niet heeft gedaan, zal het verweer als voldoende gemotiveerd betwist worden verworpen.