Uitspraak
1..De procedure
- de dagvaarding van 5 november 2021, met producties 1-5;
- de conclusie van antwoord in conventie en van voorwaardelijke eis in reconventie, met productie 1;
- de brief van de rechtbank van 24 januari 2022, waarin partijen voor de mondelinge behandeling zijn opgeroepen;
- de brief van de rechtbank van 21 april 2022, met daarin een zittingsagenda;
- de akte indienen nadere producties, tevens houdende conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, van de zijde van [naam eiser 1], met aanvullende producties 6-8;
- het B-formulier van 10 mei 2022 van de zijde van [naam gedaagde], met aanvullende producties 2 en 3.
2..De feiten
3..Het geschil
- [naam gedaagde] te veroordelen om aan hem te betalen € 115.000,00 aan hoofdsom, met contractuele rente;
- [naam gedaagde] te veroordelen om aan hem te betalen € 2.329,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente;
- [naam gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, met rente en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
Artikel 1
5..De beslissing
10 augustus 2022voor het nemen van de akte door [naam eiser 1] als bedoeld in 4.14 - 4.17, waarna [naam gedaagde] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen;