Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de startverklaring ex artikel 370 lid 3 Fw gedeponeerd op 13 oktober 2021;
- het stemverslag ex artikel 382 lid 1 Fw gedeponeerd op 16 juni 2022 ;
- het verzoekschrift tot homologatie van het akkoord ex artikel 383 Fw met bijlagen van 20 juni 2022;
- de beschikking van 22 juni 2022 waarin is bepaald dat het verzoek tot homologatie wordt behandeld op 5 juli 2022;
- de e-mail d.d. 6 juli 2022 van mr. S. el Hadouchi aan de rechtbank met als bijlagen verklaringen d.d. 6 juli 2022 van de aandeelhouders van verzoekster.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
«dwangakkoord»gebruikt.’
«uiterste redmiddel». De WHOA beoogt op geen enkele wijze afbreuk te doen aan de bestaande praktijk van buitengerechtelijke herstructureringen. Integendeel, de WHOA heeft mede tot doel deze praktijk te versterken. In het minnelijke herstructureringstraject onderhandelen partijen tegen de achtergrond van het alternatief van de wettelijke regeling. Omdat de WHOA een effectief middel biedt om een oplossing gerechtelijk op te laten leggen, zullen dwarsliggers minder gauw kunnen overvragen. Dit zal het bereiken van overeenstemming faciliteren. Het enkele feit dat er een effectieve en efficiënte regeling bestaat die leidt tot een snelle finale beslissing van de rechter, kan de noodzaak van een daadwerkelijke gang naar de rechter voorkomen.’
zouworden gehomologeerd. Er geldt dus niet de voorwaarde dat de rechtbank daadwerkelijk homologeert – nog afgezien van de vraag of die voorwaarde gelet op het voorgaande gesteld zou kunnen worden. Het is, net als voor de andere stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders geldt, aan de belastingdienst/ontvanger om te toetsen of het aangeboden akkoord voldoende is in die zin dat een voorstem wordt uitgebracht. De ontvanger heeft met het voorstel tot akkoord (onvoorwaardelijk) ingestemd.