In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om [naam kind] voor vier maanden in een gesloten accommodatie te plaatsen, omdat hij kampt met verslavings- en psychiatrische problematiek. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader van [naam kind] en zijn advocaat aanwezig waren. De stiefmoeder was niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft bij Curium, waar hij rust ervaart, maar dat hij daar op 8 juli 2022 moet vertrekken. De GI heeft aangegeven dat een gesloten plaatsing de beste bescherming biedt, maar de gedragswetenschapper heeft geen instemming gegeven voor een gesloten plaatsing, omdat dit niet goed zou zijn voor de ontwikkeling van [naam kind]. De vader heeft zich verzet tegen het verzoek van de GI en pleit voor een thuisplaatsing met toezicht.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de voorwaarden voor het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp, zoals vastgelegd in de Jeugdwet. Hij concludeert dat de noodzakelijke instemming van de gedragswetenschapper ontbreekt en dat de gesloten jeugdzorg geen passende plek voor [naam kind] is. De kinderrechter wijst het verzoek af, omdat de belangen van [naam kind] beter gediend zijn met een andere oplossing, waarbij de inzet van hulpverlening in de thuissituatie cruciaal is. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is op 12 juli 2022 vastgesteld.