In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat de moeder niet in staat is om een stabiele opvoedingssituatie te bieden. De minderjarige verblijft momenteel bij de grootmoeder aan vaderszijde, waar hij rust en stabiliteit ervaart. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder (vertegenwoordigd door haar advocaat mr. V.K.S. Deetman) en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing, maar de kinderrechter oordeelde dat de verlenging van de machtiging noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De moeder heeft financiële problemen en heeft haar huis verloren, waardoor de situatie voor de minderjarige onhoudbaar is geworden. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 7 september 2022, met de mogelijkheid om de zaak op een later moment opnieuw te beoordelen. De GI is verzocht om een rapportage over de stand van zaken twee weken voor de volgende zitting te overleggen.