Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
[naam kind],
[naam moeder],
[naam vader],
Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. T. Grootenhuis, voornoemd;
Rechtbank Rotterdam
Op 28 april 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van drie maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing in een neutraal pleeggezin. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en haar advocaat, mr. T. Grootenhuis, aanwezig waren. De vader is telefonisch gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en het gedrag van [naam kind], die problematisch gedrag vertoont en in een onveilige thuissituatie verblijft. De ouders zijn niet in staat om de nodige begeleiding te bieden, en eerdere pogingen tot netwerkplaatsing bij de grootouders zijn mislukt door spanningen binnen het gezin.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de acute en ernstige bedreiging voor [naam kind] weg te nemen. De machtiging tot uithuisplaatsing is verleend, maar niet in een neutraal pleeggezin zoals verzocht door de Raad. In plaats daarvan is besloten om [naam kind] te plaatsen bij de grootouders vaderszijde, die zich bereid hebben verklaard om de zorg voor hem op zich te nemen. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ouders constructief moeten samenwerken met de hulpverlening om de situatie van [naam kind] te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.