Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren met aftrek van voorarrest;
- oplegging van de maatregel ter beschikkingstelling (hierna: TBS) met bevel tot dwangverpleging (ongemaximeerd).
4..Waardering van het bewijs
vuurwapen!” (of iets van die strekking) geroepen. De verdachte heeft alle vijftien kogels uit het dienstvuurwapen van [naam agent 1] afgeschoten. [naam agent 2] heeft vijf keer geschoten met zijn dienstvuurwapen.
25 augustus 2021 met voorbedachten rade heeft gehandeld. De verdachte zal daarvan zonder nadere motivering worden vrijgesproken.
“dat het (net) mogelijk is dat [naam agent 2] geraakt zou kunnen hebben”.
waarschijnlijker” dat de verdachte met de door hem afgevuurde kogels [naam slachtoffer 1] heeft geraakt, maar het is aan de hand van het forensisch onderzoek dus niet helemaal uit sluiten dat [naam slachtoffer 1] is geraakt door een kogel die door [naam agent 2] is afgevuurd.
onmiddellijk” weg te rennen in de richting van de Toulonselaan en werd “
echt heel snel” geraakt door een kogel. Hij bevond zich toen op de hoek van de De La Reystraat en de Toulonselaan. Uit de 3D-reconstructie van de forensische opsporing blijkt dat er zo’n zes meter zit tussen de linker achterkant van de auto van [naam slachtoffer 1] en de hoek van de De La Reystraat en de Toulonselaan.
de agent begon te schreeuwen dat de man een wapen had en wij de schoten hoorden”. Volgens [naam slachtoffer 2] viel [naam slachtoffer 1] tijdens het vluchten
“na enkele meters”op zijn gezicht en buik.
tussen de ambulance en de auto” op het moment dat [naam agent 1] de verdachte aansprak op het feit dat hij in de auto van [naam slachtoffer 1] zat. Volgens getuige [naam getuige] was er ook een kale politieagent bij die schuin achter de andere politieagent [ [naam agent 2] ,
toevoeging rechtbank] stond en hoorde zij [naam agent 1] zeggen dat de verdachte uit de auto moest komen. [naam slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij denkt dat er twee politieagenten ter hoogte van het portier van zijn Ford Focus stonden. De rechtbank neemt op basis van deze verklaringen, in onderlinge samenhang bezien, tot uitgangspunt dat [naam agent 2] in de buurt van de Ford Focus van [naam slachtoffer 1] stond op het moment dat de verdachte het eerste schot loste.
vuurwapen, vuurwapen” en één of twee schoten hoorde. Het duurde vervolgens nog even voordat hij zich realiseerde wat er gebeurde. Daarna heeft hij zijn eigen vuurwapen gepakt en tegen iemand links op de stoep iets geroepen als “
laat je handen zien”. Hij hoorde weer schoten en heeft twee of drie keer teruggeschoten in de richting waar de schoten vandaan kwamen, waarna hij zich besefte dat hij midden op straat stond. Vervolgens is hij naar rechts gelopen, in de richting van auto’s, en heeft hij opnieuw in de richting van de verdachte geschoten. [naam agent 2] heeft de afstand tussen hemzelf en de verdachte op het moment dat hij voor de tweede keer schoot tussen de tien en twintig meter geschat. Deze afstand past in de uitkomsten van het forensisch onderzoek: volgens de forensisch onderzoekers moet [naam agent 2] , aan de hand van de vindplaats van huls 22, ongeveer twaalf meter vanaf de Ford Focus van [naam slachtoffer 1] hebben gerend voordat hij is gaan schieten. De officier van justitie en de verdediging zijn het erover eens dat huls 22 afkomstig is van het eerste schot dat [naam agent 2] heeft gelost.
“Ik schoot op de enige die ik zag in de straat, de enige die reageerde en de enige waar het geluid van de schoten vandaan kwam.”Dit vindt steun in onder meer de verklaring van [naam handhaver 1] , die heeft gezegd dat hij heeft gezien dat [naam agent 2] “…
zijn vuurwapen pakte en dat hij richtte op de schutter en driemaal schoot” en ook heeft hij verklaard dat [naam agent 2] zijn vuurwapen pakte, zijn armen strekte en “
het vuurwapen richtte in de richting van de man met het wapen.”De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [naam agent 2] bewust richtte op de verdachte, terwijl de verdachte blijkens de posities van de aangetroffen hulzen uit het vuurwapen dat hij heeft gebruikt, meer verspreid de volledige patroonhouder van het dienstvuurwapen leeg heeft geschoten.
derepersonen, te weten politieagent [naam agent 1] en politieagent [naam agent 2] en [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam handhaver 2] en [naam handhaver 1]
een kogel tegende borst van die [naam agent 1] en
en een kogel tegenhet lichaam van die [naam agent 2] en
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
21 december 2021. Dit rapport houdt het volgende in.
22 december 2021. Dit rapport houdt het volgende in.
13 januari 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
16 mei 2022 overgelegd, opgesteld door psychiater [naam 3] .
1 punt voor de behandeling ter zitting) en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
€ 5.000,00 waarbij de verdediging wijst op het geringe letsel en de daaraan gerelateerde vergoeding op de Letsellijst van het Schadefonds geweldsmisdrijven.
€ 349,00 voor vervanging van de telefoon en € 5.894,76 aan gederfde loonkosten door vertraging in de studie. De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de vertraging in de studie (en daarmee vertraging in het promoveren naar de rang van hoofdagent) veroorzaakt is door het schietincident op 25 augustus 2021. Voorts is voldoende aannemelijk gemaakt dat [naam benadeelde 3] schade heeft geleden aan zijn privé-telefoon en dat er kosten zijn gemaakt ter vervanging. De rechtbank zal de gevorderde schade, ondanks de betwisting hiervan door de verdachte, toewijzen.
de benadeelde partij [naam benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van
de benadeelde partij [naam benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van
de benadeelde partij [naam benadeelde 3]een schadevergoeding betalen van
de benadeelde partij [naam benadeelde 4]een schadevergoeding betalen van € 2.500,00 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
de benadeelde partij [naam benadeelde 5]een schadevergoeding betalen van
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren;
€ 284.047,10 (zegge: tweehonderdvierentachtigduizend en zevenenveertig euro en tien cent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 284.047,10 (hoofdsom zegge: tweehonderdvierentachtigduizend en zevenenveertig euro en tien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
150 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 35.000,-- (zegge: vijfendertigduizend euro),
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 35.000,-- (hoofdsom, zegge: vijfendertigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
75 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 13.743,76 (zegge: dertienduizendzevenhonderddrieënveertig euro en zesenzeventig cent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 3] te betalen
€ 13.743,76 (hoofdsom zegge: dertienduizendzevenhonderddrieënveertig euro en zesenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
75 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 2.500,-- (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 4] , te betalen
€ 2.500,-- (hoofdsom zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 2.500,-- (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 5] , te betalen
€ 2.500,-- (hoofdsom zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;