ECLI:NL:RBROT:2022:5708

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
C/10/633281 / HA ZA 22-135
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incidenten betreffende vrijwaringen in civiele procedure

Op 13 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak met betrekking tot diverse vrijwaringsincidenten. De eiseres in de hoofdzaak, Stedin Netbeheer B.V., heeft gedaagden, waaronder Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V. en Hornbach Real Estate Alblasserdam B.V., aangesproken voor schadevergoeding na beschadiging van kabels tijdens graafwerkzaamheden. De schade is ontstaan doordat Boer, een onderaannemer, tijdens deze werkzaamheden een 50 kV-verbinding en dataverbindingen heeft beschadigd, wat heeft geleid tot milieuschade. Stedin vordert onder andere betaling van € 659.694,47 en expertisekosten van € 43.473,71, alsook buitengerechtelijke incassokosten.

In de incidenten hebben de gedaagden vrijwaring gevorderd tegen andere partijen, waaronder Van Vugt Bouwadvies B.V. en Hak Kraanverhuur en Grondverzet B.V. Hornbach Nederland en Hornbach Alblasserdam hebben gesteld dat deze partijen tekort zijn geschoten in hun zorgplicht en dat zij verantwoordelijk zijn voor de schade. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen tot vrijwaring toewijsbaar zijn, omdat de gedaagden voldoende hebben gesteld dat er een rechtsverhouding bestaat die hen in staat stelt om de schade op de vrijwaringen te verhalen.

De rechtbank heeft in de beslissing de kosten van de incidenten gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal op 24 augustus 2022 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/633281 / HA ZA 22-135
Vonnis in incidenten van 13 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEDIN NETBEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in de incidenten,
advocaat mr. P.P.J. Elshof te Delft,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HORNBACH BOUWMARKT (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Driebergen-Rijsenburg,
gedaagde,
eiseres in incident,
advocaat mr. R.S. Ariëns te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HORNBACH REAL ESTATE ALBLASSERDAM B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagde,
eiseres in incident,
advocaat mr. R.S. Ariëns te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAK KRAANVERHUUR EN GRONDVERZET B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagde,
advocaat mr. E.J. Eijsberg te Rotterdam,
4.
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
eiser in incident,
advocaat mr. A.Th. de Haan te Alblasserdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOER B.V.,
gevestigd te Meerkerk,
gedaagde,
eiseres in incident,
advocaat mr. A.M. Klunne te Breda.
Partijen zullen hierna Stedin, Hornbach Nederland, Hornbach Alblasserdam, Hak, [naam gedaagde] en Boer worden genoemd. Hornbach Nederland, Hornbach Alblasserdam, Hak, [naam gedaagde] en Boer zullen hierna gezamenlijk gedaagden genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de exploten van dagvaarding van 31 december 2021 en 3 januari 2022, met producties;
  • de akte overlegging bijlagen, tevens vermeerdering van eis, met (bijlagen bij) producties;
  • de incidentele vordering houdende oproeping in vrijwaring van de zijde van Hornbach Nederland;
  • de incidentele vordering houdende oproeping in vrijwaring van de zijde van Hornbach Alblasserdam;
  • de incidentele conclusie tot vrijwaring van de zijde van [naam gedaagde], met producties;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van de zijde van Boer, met producties;
  • de antwoordconclusie in het incident tot oproeping in vrijwaring ter zake het door Hornbach Nederland opgeworpen incident;
  • de antwoordconclusie in het incident tot oproeping in vrijwaring ter zake het door Hornbach Alblasserdam opgeworpen incident;
  • de antwoordconclusie in het incident tot oproeping in vrijwaring ter zake het door [naam gedaagde] opgeworpen incident;
  • de antwoordconclusie in het incident tot oproeping in vrijwaring ter zake het door Boer opgeworpen incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2..Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
Stedin vordert, na vermeerdering van eis, in de hoofdzaak – samengevat en zakelijk weergegeven – dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan Stedin van € 659.694,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2019, althans vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
II. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan Stedin van € 43.473,71 ter zake expertisekosten vanaf 30 september 2021, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alsmede een bedrag van € 4.508,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
III. gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten.
2.2.
Stedin heeft – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende aan haar vorderingen ten grondslag gelegd. Boer heeft in maart 2019 tijdens graafwerkzaamheden op het terrein van Hornbach Alblasserdam een 50 kV-verbinding, bestaande uit twee oliedrukhoogspanningskabels, en twee dataverbindingen beschadigd. Daardoor is er olie in de ondergrond en/of het grondwater terecht gekomen. Stedin is economisch eigenaar van de kabel en heeft de ontstane milieuschade op haar kosten laten saneren. Deze schade komt voor rekening van gedaagden op grond van artikel 6:162 BW. Gedaagden hebben in strijd met de Wet Informatie- Uitwisseling Ondergrondse Netten en Netwerken (hierna: WIBON) gehandeld door geen Klic-melding te doen en geen passende maatregelen te treffen om te voorkomen dat de kabel beschadigd zou raken. Ook hebben zij hun zorgplicht geschonden. De opdracht tot het verrichten van de werkzaamheden is door Hornbach Nederland en Hornbach Alblasserdam gegeven aan Hak (hoofdaannemer betonwerk), die [naam gedaagde] als onderaannemer heeft aangesteld, die op haar beurt Boer als onder-onderaannemer heeft aangesteld.
2.3.
Gedaagden hebben nog niet voor antwoord geconcludeerd in de hoofdzaak.

3..Het geschil in de incidenten

Het door Hornbach Nederland opgeworpen vrijwaringsincident

3.1.
In dit incident vordert Hornbach Nederland dat haar wordt toegestaan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van Vugt Bouwadvies B.V. (hierna: Van Vugt), gevestigd te Didam, alsmede Hak, in vrijwaring op te roepen.
3.2.
Kort gezegd heeft Hornbach Nederland daartoe het volgende gesteld.
3.2.1.
Hornbach Nederland heeft er belang bij om Van Vugt in vrijwaring op te roepen en wel om de volgende redenen. Hornbach Nederland en Van Vugt hebben een overeenkomst van opdracht met elkaar gesloten uit hoofde waarvan Van Vugt voor alle vestigingen van Hornbach Nederland optreedt als bouwadviesbureau en waarbij Van Vugt een ‘carte blanche’ heeft gekregen voor haar werkzaamheden. Toen de bestrating bij de distributie-ingang van Hornbach Alblasserdam aan verzakking onderhevig bleek te zijn, heeft Van Vugt volledig zelfstandig en zonder betrokkenheid van Hornbach Bouwmarkt een plan gemaakt voor de realisering van nieuwe onderheide betonplaten. Bij de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden is Hornbach Nederland ook niet betrokken geweest. Van Vugt is jegens Hornbach Nederland tekort geschoten in de nakoming van de hiervoor bedoelde overeenkomst van opdracht door niet te handelen op de wijze die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam bouwadviseur mocht worden verwacht. Van Vugt heeft het namelijk toegestaan dat er in strijd met de WIBON is gehandeld door heiwerkzaamheden te laten verrichten zonder een daaraan voorafgaande Klic-melding en nader onderzoek. Ook kwalificeert het handelen van Van Vugt als onrechtmatige daad en in een eventuele onderlinge verhouding dient Van Vugt volledig voor de schade op te komen.
3.2.2.
Verder heeft Hornbach Nederland er belang bij om Hak in vrijwaring op te roepen en wel om de volgende reden. Hak had nooit over mogen gaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden (dan wel daartoe opdracht geven aan een onderaannemer) zonder gedegen onderzoek te doen. Hak dient de daardoor ontstane schade volledig op zich te nemen.
3.3.
Stedin refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het door Hornbach Alblasserdam opgeworpen vrijwaringsincident
3.4.
In dit incident vordert Hornbach Alblasserdam dat haar wordt toegestaan Van Vugt alsmede Hak in vrijwaring op te roepen.
3.5.
Kort gezegd heeft Hornbach Alblasserdam daartoe het volgende gesteld.
3.5.1.
Van Vugt heeft niet gehandeld zoals dat van een redelijk bekwaam bouwadviseur mocht worden verwacht. Van Vugt heeft het immers toegestaan dat er bij de uitvoering van de werkzaamheden in strijd met de WIBON is gehandeld door geen Klic-melding en nader onderzoek te doen. De tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht tussen Hornbach Nederland en Van Vugt levert in dit geval ook een onrechtmatige daad op jegens Hornbach Alblasserdam, nu Van Vugt haar belangen – als papieren opdrachtgever – ook behoorde te behartigen. Ook kwalificeert het handelen van Van Vugt als onrechtmatige daad en in een eventuele onderlinge verhouding dient Van Vugt volledig voor de schade op te komen.
3.5.2.
Verder heeft Hornbach Alblasserdam er belang bij om Hak in vrijwaring op te roepen en wel om de volgende reden. Hak had nooit over mogen gaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden (dan wel daartoe opdracht geven aan een onderaannemer) zonder gedegen onderzoek te doen. Hak dient de daardoor ontstane schade volledig op zich te nemen.
3.6.
Stedin refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het door [naam gedaagde] opgeworpen vrijwaringsincident
3.7.
In dit incident vordert [naam gedaagde] dat hem wordt toegestaan Hak in vrijwaring op te roepen, met veroordeling van Stedin in de kosten van dit incident indien zij hiertegen verweer zou voeren.
3.8.
Kort gezegd heeft [naam gedaagde] daartoe het volgende gesteld.
3.8.1.
[naam gedaagde] heeft er belang bij om Hak in vrijwaring op te roepen en wel om de volgende redenen. In het kader van de werkzaamheden had Hak aan [naam gedaagde] medegedeeld dat het gebied waar de werkzaamheden dienden te worden uitgevoerd vrij was van kabels en leidingen en dat er proefsleuven waren gegraven. Ook heeft de uitvoerder van Hak medegedeeld dat er onderzoek was gedaan naar de kabels en leidingen en dat die volgens de eigendomspapieren niet aanwezig waren. [naam gedaagde] mocht erop vertrouwen dat er proefsleuven waren gegraven, maar Hak heeft onjuiste informatie verstrekt. Gelet op het voorgaande is Hak gehouden om de negatieve gevolgen voor [naam gedaagde] te dragen en [naam gedaagde] te vrijwaren voor de eventueel in de hoofdzaak te lijden schade in het geval dat er in de hoofdzaak enige vordering jegens [naam gedaagde] zou worden toegewezen.
3.9.
Stedin refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het door Boer opgeworpen vrijwaringsincident
3.10.
In dit incident vordert Boer dat haar wordt toegestaan Hornbach Nederland, Hornbach Alblasserdam, Hak en [naam gedaagde] in vrijwaring op te roepen.
3.11.
Kort gezegd heeft [naam gedaagde] daartoe het volgende gesteld.
3.11.1.
De schade is ontstaan door het verstrekken van onjuiste informatie en/of het niet verifiëren daarvan. Uit diverse verklaringen blijkt dat Van Vugt in het kader van de werkzaamheden aan Hak heeft medegedeeld dat er geen kabels en leidingen in de grond aanwezig waren. Hak heeft op haar beurt een gelijkluidende mededeling aan [naam gedaagde] gedaan en [naam gedaagde] heeft dit doorgegeven aan Boer. In geval van een hoofdelijke veroordeling in de hoofdzaak is de schade aan de andere partijen meer toe te rekenen dan aan Boer, omdat Boer helemaal onderin de keten (van opdrachtgever tot aannemer) zat. Verder bestaat er tussen Boer en [naam gedaagde] een contractuele relatie. In die verhouding dient de schade volledig door [naam gedaagde] te worden betaald. [naam gedaagde] heeft immers onjuiste informatie aan Boer verstrekt, en bovendien hebben partijen blijkens artikel 12.8 en 12.9 van de algemene voorwaarden van Boer met elkaar afgesproken dat aansprakelijkheid van Boer voor schade aan kabels en leidingen is uitgesloten en dat [naam gedaagde] haar hiervoor dient te vrijwaren.
3.12.
Stedin refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4..De beoordeling in de incidenten

4.1.
De incidentele conclusies tot vrijwaring zijn tijdig en vóór alle weren genomen. Ingevolge artikel 210 lid 1 Rv kan een gedaagde iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Voldoende is dat gedaagde in de hoofdzaak genoegzaam stelt, dat tussen hem en de derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk te dragen.
Het door Hornbach Nederland opgeworpen vrijwaringsincident
4.2.
Indien hetgeen Hornbach Nederland heeft gesteld juist is, zal zij de nadelige gevolgen van het eventuele verlies in de hoofdzaak geheel of ten dele kunnen afwentelen op Van Vugt en/of Hak. Daarmee is aan de onder 4.1. hiervoor genoemde voorwaarde voldaan. Nu Stedin zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de door Hornbach Nederland aanhangig gemaakte incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring worden toegewezen.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in dit vrijwaringsincident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Het door Hornbach Alblasserdam opgeworpen vrijwaringsincident
4.4.
Indien hetgeen Hornbach Alblasserdam heeft gesteld juist is, zal zij de nadelige gevolgen van het eventuele verlies in de hoofdzaak geheel of ten dele kunnen afwentelen op Van Vugt en/of Hak. Daarmee is aan de onder 4.1. hiervoor genoemde voorwaarde voldaan. Nu Stedin zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de door Hornbach Alblasserdam aanhangig gemaakte incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring worden toegewezen.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in dit vrijwaringsincident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Het door [naam gedaagde] opgeworpen vrijwaringsincident
4.6.
Indien hetgeen [naam gedaagde] heeft gesteld juist is, zal hij de nadelige gevolgen van het eventuele verlies in de hoofdzaak geheel of ten dele kunnen afwentelen op Hak. Daarmee is aan de onder 4.1. hiervoor genoemde voorwaarde voldaan. Nu Stedin zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de door [naam gedaagde] aanhangig gemaakte incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring worden toegewezen.
4.7.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in dit vrijwaringsincident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Het door Boer opgeworpen vrijwaringsincident
4.8.
Indien hetgeen Boer heeft gesteld juist is, zal zij de nadelige gevolgen van het eventuele verlies in de hoofdzaak geheel of ten dele kunnen afwentelen op Hornbach Nederland, Hornbach Alblasserdam, Hak en/of [naam gedaagde]. Daarmee is aan de onder 4.1. hiervoor genoemde voorwaarde voldaan. Nu Stedin zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de door Boer aanhangig gemaakte incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring worden toegewezen.
4.9.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in dit vrijwaringsincident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De rechtbank
in de incidenten
5.1.
staat toe dat Van Vugt en Hak door Hornbach Nederland worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 24 augustus 2022;
5.2.
staat toe dat Van Vugt en Hak door Hornbach Alblasserdam worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 24 augustus 2022;
5.3.
staat toe dat Hak door [naam gedaagde] wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 24 augustus 2022;
5.4.
staat toe dat Hornbach Nederland, Hornbach Alblasserdam, Hak en [naam gedaagde] door Boer worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 24 augustus 2022;
5.5.
compenseert de kosten van de incidenten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in de hoofdzaak
5.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
24 augustus 2022voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.
3530/1407