Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 13 april 2022;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- het e-mailbericht van de zijde van [verzoekster] van 23 mei 2022, met bijlagen;
- het e-mailbericht van [verweerder] van 24 mei 2022, met bijlagen;
- het e-mailbericht van [verweerder] van 25 mei 2022, met bijlagen;
- het proces-verbaal van de op 25 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling;
- het e-mailbericht met brief van [verweerder] van 10 juni 2022, met bijlagen;
- het e-mailbericht van de zijde van [verzoekster] van 10 juni 2022.
2..De feiten
3..Het geschil
In de incidentele vordering:
- het ontslag op staande voet te vernietigen;
- [verweerder] te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoekster] van € 1.846,60 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantietoeslag, snipperdagentoeslag en overige emolumenten vanaf 28 februari 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
- [verweerder] te veroordelen om [verzoekster] – zodra zij weer arbeidsgeschikt is – tot het werk toe te laten op straffe van een dwangsom;
- [verweerder] te veroordelen aan [verzoekster] te betalen (het netto equivalent van) € 6.404,42 (bruto), te vermeerderen met de wettelijke verhoging van € 3.006,61 (bruto), terzake het verschuldigde salaris over de periode van 17 november 2021 tot 28 februari 2022, onder gelijke toezending van de salarisstroken van november 2021 tot en met februari 2022 met een bruto-netto specificatie;
- [verweerder] te veroordelen tot betaling van het achterstallig salaris van oktober en november 2021 dat ten onrechte is verrekend met de door [verzoekster] op 2 augustus 2021 gereden schade ad € 864,37 inclusief btw, alsmede de hierover verschuldigde wettelijke verhoging van € 432,67 (bruto);
- [verweerder] te veroordelen tot nakoming van de pensioenregeling vanaf 1 november tot en met 16 november 2021;
- [verweerder] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
- [verweerder] te veroordelen in de proceskosten;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
In de hoofdzaak
[verzoekster] kwam na haar dienst op locatie en melde dat ze schade had gereden in het begin van haar dienst en dat ze het stom van haar zelf vond dat ze met haar telefoon in haar handen om te connecten met de bus en uit een parkeervak tegen een paal aan reed”.