In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. E.I. Mentink, gaat het om een geschil tussen een verhuurder en een huurder over huurachterstand en de ontbinding van de huurovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door Van Houwelingen & Partners Gerechtsdeurwaarders Incasso, heeft de huurder aangesproken op een huurachterstand van € 11.234,76, die bestaat uit achterstallige huur en buitengerechtelijke kosten. De huurder betwist de hoogte van de achterstand en stelt dat deze slechts € 6.421,11 bedraagt. De huurder heeft zich aangemeld voor schuldhulpverlening en heeft aangegeven dat er beslag op haar salaris ligt, waardoor zij slechts € 100,00 per maand kan aflossen naast de lopende huur.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden van het geval en de wettelijke bepalingen omtrent ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft vastgesteld dat er een aanzienlijke huurachterstand is, maar dat de huurder ook in een kwetsbare positie verkeert door haar schulden en de lopende schuldhulpverlening. De kantonrechter heeft besloten dat er een mondelinge behandeling moet plaatsvinden om de zaak verder te bespreken en om partijen de gelegenheid te geven hun stellingen toe te lichten. Tevens is het van belang dat de eiseres en de huurder relevante stukken aanleveren voor deze behandeling, waaronder een actuele specificatie van de huurachterstand en betalingsbewijzen.
De mondelinge behandeling is gepland op 23 augustus 2022, waarbij partijen in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen. De kantonrechter heeft partijen erop gewezen dat het niet verschijnen op de zitting nadelige gevolgen kan hebben voor de niet verschijnende partij. De beslissing over de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde is aangehouden tot na de mondelinge behandeling.