ECLI:NL:RBROT:2022:5670

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
9737813 CV EXPL 22-7204
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een lening met betalingsachterstand

In deze zaak heeft Swishfund Nederland B.V., handelend onder de naam Kredietvooruit.nl, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die onder een handelsnaam opereert. De vordering betreft een leningsovereenkomst die op of omstreeks 1 augustus 2019 is gesloten voor een bedrag van € 8.150,-. De gedaagde heeft echter niet tijdig en volledig aan zijn betalingsverplichtingen voldaan, wat heeft geleid tot een betalingsachterstand. Swishfund heeft de gedaagde meerdere keren aangemaand, maar de gedaagde heeft de verschuldigde bedragen niet betaald. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 27 mei 2022, waar de gedaagde de verminderde eis van Swishfund niet langer betwistte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde € 6.592,22 aan hoofdsom verschuldigd is, evenals buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van in totaal € 6.627,56, inclusief rente, en heeft de proceskosten aan de kant van Swishfund vastgesteld op € 1.261,03. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9737813 CV EXPL 22-7204
datum uitspraak: 8 juli 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Swishfund Nederland B.V.,
die handelt onder de naam Kredietvooruit.nl,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder R.M.Th. Toonen te Amsterdam,
tegen:
[gedaagde],
die handelt onder de naam [handelsnaam],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
zonder gemachtigde.
De partijen worden hierna ‘Swishfund’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 maart 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de brief van 11 april 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte vermindering van eis van de zijde van Swishfund, met bijlagen.
1.2.
Op 27 mei 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigde besproken.

2..De feiten

2.1.
Op of omstreeks 1 augustus 2019 hebben partijen een schriftelijke zakelijke lening gesloten voor een voorschot van € 8.150,-, onder inhouding van afsluitkosten en vermeerderd met € 1.141,- aan premie, door [gedaagde] aan Swishfund terug te betalen in 6 maanden volgens het van de overeenkomst deel uitmakende incassoschema. [gedaagde] heeft de door hem verschuldigde bedragen echter niet tijdig en/of volledig aan Swishfund betaald. De verdere afspraken die partijen hebben gemaakt (hierna: ‘de voorwaarden’) maken deel uit van de overeenkomst.
2.2.
Artikel 3 van de voorwaarden luidt – voor zover hierbij van belang – als volgt:

3. Wat als wij de lening eerder (mogen) opeisen?
3.1.
Wij mogen de gehele lening zonder waarschuwing eerder opeisen dan in je definitieve betaalschema staat, als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet:
(a) Een incasso mislukt of je komt een andere verplichting onder deze overeenkomst niet tijdig of volledig na.
(…)
3.3.
Als wij de gehele lening eerder mogen opeisen, geldt het volgende:
(a) Je bent ons boeterente verschuldigd over elk bedrag dat je ons te laat betaalt, over de periode vanaf de datum waarop je had moeten betalen tot de dag waarop je betaalt. De boeterente is gelijk aan de wettelijke handelsrente.
(b) Je moet ons op eerste verzoek alle kosten (waaronder die van incasso, administratie, betaaldienstverleners, juridische procedures, juridische bijstand en deurwaarders) vergoeden die we maken in verband me tof uit hoofde van de toepasselijke opeisingsgrond. De buitengerechtelijke incassokosten zijn 15% van het totale verschuldigde bedrag.
(…)”

3..Het geschil

3.1.
Swishfund eist samengevat, na vermindering van eis,
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 7.957,30 met rente, een en ander de € 25.000,- niet te boven gaand;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de oorspronkelijke hoofdsom van € 6.791,33, € 1,329,74 aan wettelijke handelsrente en € 1.232,67 aan buitengerechtelijke incassokosten (inclusief btw), verminderd met € 1.197,33 en € 199,11.
3.2.
Swishfund baseert de eis op het volgende. [gedaagde] is – ondanks meerdere aanmaningen - zijn verplichtingen uit hoofde van voornoemde leningovereenkomst niet volledig nagekomen door een betalingsachterstand te laten ontstaan. Op grond van artikel 3.1.a van de voorwaarden is het openstaande saldo thans opeisbaar geworden. Ook is [gedaagde] op grond van artikel 3.3. van de voorwaarden contractuele rente (ter hoogte van de wettelijke handelsrente) en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden.
3.3.
[gedaagde] voert het volgende aan. Het is hem niet duidelijk welk bedrag hij precies aan Swishfund verschuldigd is, maar de vordering is nogal hoog. [gedaagde] is er nog niet aan toegekomen het verschuldigde bedrag volledig aan Swishfund te betalen, maar hoopt daartoe in de nabije toekomst wel in de gelegenheid te zijn.

4..De beoordeling

hoofdsom
4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [gedaagde] de verminderde eis van Swishfund niet langer betwist. Verder is tussen partijen niet in geschil dat de betalingen van € 199,11 in totaal in mindering worden gebracht op de verschuldigde hoofdsom. Dit betekent dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag aan hoofdsom van € 6.592,22.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.2.
De buitengerechtelijke incassokosten van € 1.232,67 inclusief btw zijn toewijsbaar, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen.
4.3.
De (primair) gevorderde contractuele rente ter hoogte van de wettelijke handelsrente is eveneens toewijsbaar, omdat uit de stellingen van Swishfund volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist. De berekening van de verschuldigde rente kan echter niet juist kan zijn, omdat daarbij geen rekening is gehouden met de eisvermindering van € 199,11. De rente zal daarom worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld onder de beslissing.
4.4.
Niet in geschil is dat [gedaagde] na aanmaning € 1.197,33 aan Swishfund heeft voldaan. Op grond van artikel 6:44 lid 1 BW strekken betalingen ter voldoening van een geldsom eerst in mindering van de kosten en vervolgens van de verschenen rente. Correcte toepassing van dit artikel leidt tot de conclusie dat € 35,34 aan buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen.
proceskosten
4.5.
[gedaagde] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Swishfund tot vandaag vast op € 125,03 aan dagvaardingskosten, € 514,- aan griffierecht en € 622,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 311,- tarief). Dit is totaal € 1.261,03. Ook de gevorderde nakosten worden toegewezen.
betalingsregeling
4.6.
Ingevolge artikel 6:29 BW heeft de kantonrechter niet de bevoegdheid om Swishfund een betalingsregeling op te leggen. Indien gewenst kunnen partijen hierover met elkaar in overleg treden.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Swishfund te betalen € 6.627,56 met de contractuele rente van 8% per jaar over een bedrag van € 6.592,22 vanaf de datum van verzuim tot de dag van volledige betaling, een en ander de € 25.000,- niet te boven gaand;
5.2.
veroordeelt De Hollander in de proceskosten, aan de kant van Swishfund tot vandaag vastgesteld op € 1.261,03;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de na vandaag te maken proceskosten, begroot op € 124,- aan salaris voor de gemachtigde en als niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en het vonnis is betekend, de explootkosten van deze betekening;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
43416