ECLI:NL:RBROT:2022:5668

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
9429390 CV EXPL 21-29555
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens drugs in huurwoning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Real Estate 010 B.V. en een gedaagde huurder. De eiseres, Real Estate, heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning geëist, omdat er drugs in de huurwoning zijn aangetroffen. De gedaagde, die de woning sinds 1 februari 2012 huurt, heeft betwist dat zij op de hoogte was van de aanwezigheid van drugs en heeft aangevoerd dat deze van haar zoon waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanwezigheid van drugs in de woning een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst met zich meebrengt. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde zich niet als een goed huurder heeft gedragen, ondanks haar verweer. De ontbinding van de huurovereenkomst is toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. De proceskosten zijn gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De partijen zijn ook verplicht om de aanvullende afspraken die zij hebben gemaakt na te komen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9429390 CV EXPL 21-29555
datum uitspraak: 24 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Real Estate 010 B.V.,
vestigingsplaats: Eerbeek,
eiseres,
gemachtigde: mr. Th.C. Visser te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: mr. J. de Back te Rotterdam.
De partijen worden hierna ‘Real Estate’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 augustus 2021, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • het vonnis van 22 november 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de brief van 5 mei 2022 van de zijde van Real Estate met daarbij de door partijen getekende vaststellingsovereenkomst.
1.2.
Op 24 maart 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.
1.3.
Na de mondelinge behandeling is de zaak op verzoek van partijen aangehouden om de gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen. Bij brief van 5 mei 2022 zijn de afspraken aan de rechtbank toegezonden.

2..De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt vanaf 1 februari 2012 de woning aan de [adres] (hierna: ‘het gehuurde’ en/of ‘de woning’ van Real Estate.
2.2.
Artikel 1.2 van de huurovereenkomst luidt als volgt:
“Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als
woonruimte.”
2.3.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte van toepassing. Artikel 13.3 van deze voorwaarden luidt – voor zover hierbij van belang – als volgt:
“Het is huurder niet toegestaan:
(…)
c. hennep of soortgelijke gewassen in het gehuurde te telen, verdovende middelen te hebben en/of daarin handel te drijven vanuit het gehuurde of enige andere activiteit te verrichten die op grond van de opiumwet strafbaar zijn gesteld. Het handelen in strijd met dit verbod is dermate ernstig dat dit ontbinding van de huurovereenkomst op de kortst mogelijke termijn rechtvaardigt.”
2.4.
Op 25 mei 2021 heeft de politie tijdens een huiszoeking drugs aangetroffen in de woning.
2.5.
Bij brief van 14 juli 2021 heeft de burgemeester van de gemeente Rotterdam het voornemen geuit de woning op grond van artikel 13b Opiumwet voor de duur van zes maanden te sluiten. Bij brief van 12 augustus 2021 heeft de burgemeester partijen bericht niet tot sluiting over te gaan en [gedaagde] een laatste waarschuwing gegeven.

3..Het geschil

3.1.
Real Estate eist samengevat:
  • de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde te ontruimen;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Real Estate baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft zich niet als goed huurder gedragen en heeft de woning niet volgens bestemming gebruikt, omdat in het gehuurde een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen. Op grond van artikel 7:219 BW is [gedaagde] ook aansprakelijk voor gedragingen van haar zoon in het gehuurde. Vanwege deze toerekenbare tekortkoming van [gedaagde] in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst wil Real Estate de huurovereenkomst ontbinden en het gehuurde ontruimen.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Het klopt dat er drugs aanwezig waren in de woning, maar [gedaagde] was daarvan niet op de hoogte. De drugs waren van haar zoon en er was geen sprake van drugshandel of schade. [gedaagde] had geen enkele reden om te vermoeden dat er drugs aanwezig was in de woning. Zij controleert nu regelmatig de kasten en daarom zal het niet nog een keer gebeuren.

4..De beoordeling

4.1.
Ter afwikkeling van het geschil hebben partijen een regeling getroffen. Real Estate heeft de afspraken als volgt nader toegelicht. Zij vraagt de kantonrechter nog steeds om de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toe te wijzen, maar aan een toewijzend vonnis zal geen uitvoering worden gegeven zolang [gedaagde] de in de regeling opgenomen afspraken nakomt. De afspraken die partijen hebben gemaakt staan in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht.
4.2.
Beoordeeld dient te worden of de gevorderde ontbinding en ontruiming kunnen worden toegewezen. Als de huurder zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst niet nakomt, mag de verhuurder de rechter vragen om de huurovereenkomst te ontbinden (artikel 6:265 lid 1 BW). De rechter zal dan moeten beoordelen of de gedragingen ernstig genoeg zijn, of dat de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Alle omstandigheden van het geval kunnen hierbij een rol spelen.
4.3.
Uit de stellingen van partijen en de overgelegde stukken blijkt dat er drugs in het gehuurde is aangetroffen en dat de zoon van [gedaagde] daarvoor is veroordeeld door de strafrechter. Hoewel [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van drugs in de woning en dat zij geen reden had om dit vermoeden, blijkt uit de bestuurlijke rapportage dat er ten aanzien van de zoon van [gedaagde] in 2020 een andere opium gerelateerde registratie is vastgelegd in de politiesystemen, namelijk het onder invloed van drugs besturen van een personenvoertuig. Ook heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij op de hoogte was van cannabisgebruik van haar zoon. Gelet op het voorgaande had van [gedaagde] een bepaalde mate van alertheid op met drugs verband houdende signalen mogen worden verwacht. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om enige controle uit te oefenen op de zaken die haar zoon in haar woning bewaarde, zodat zij in elk geval op de hoogte was van de aard van die zaken. Dit geldt temeer nu zij af en toe zelf gebruik maakt van de kamer van haar zoon. In de gegeven omstandigheden brengt de aanwezigheid van drugs in de woning met zich mee dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen in de zin van artikel 7:213 BW. Deze tekortkoming is van voldoende gewicht om ontbinding van de huurovereenkomst, gelet op alle omstandigheden van het geval, te rechtvaardigen. De aanwezigheid van drugs in een woning brengt in het algemeen risico’s met zich mee voor de rust en veiligheid van de woonomgeving. Real Estate heeft er een gerechtvaardigd belang bij om te laten zien dat zij het bewaren van drugs in haar huurwoningen niet kan accepteren. De door [gedaagde] gestelde persoonlijke omstandigheden, hoe moeilijk ook, maken het voorgaande niet anders. De gevorderde ontruiming van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning worden daarom toegewezen. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen na de betekening van dit vonnis.
4.4.
De aanvullende afspraken die partijen hebben gemaakt maken deel uit van dit vonnis. Partijen worden veroordeeld om die afspraken na te komen.
proceskosten
4.5.
Partijen hebben afgesproken dat de proceskosten worden gecompenseerd. Dit betekent dat partijen allebei de eigen kosten betalen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Real Estate te stellen;
5.2.
verstaat dat partijen de afspraken die vermeld staan in de aan dit vonnis gehechte bijlage tegenover elkaar zullen nakomen;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
bepaalt dat partijen allebei de eigen proceskosten betalen;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken.
43416