4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 83/129542-18 onder 1, het in de zaak met parketnummer 83/131278-21 onder 1, 2 en 3 en het in de zaak met parketnummer 83/190818-20 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
In de zaak met parketnummer 83/129542-18:
1
hij in de periode van 1 maart 2018 tot en met 15 april 2018 te [plaats] gemeente
[gemeente] , (op het bedrijf) aan [locatie delict] ,
tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk,
als houder van meerdere dieren te weten meerdere schapen en lammeren
en paarden de nodige verzorging heeft onthouden,
immers
- konden die schapen en lammeren aldaar niet of onvoldoende beschikken over
schoon drinkwater en
- konden die paarden aldaar niet beschikken over een schone en droge
ligplaats en
- waren de vachten van die paarden bevuild met mest en urine.
In de zaak met parketnummer 83/131278-21:
1
hij op 29 september 2020 op een bedrijf aan [locatie delict] te
[plaats] ,
tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk,
zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 1.8 lid 2 Besluit houders van
dieren,
immers bevatte de behuizing, te weten in een hok van een stal (1) aldaar, waarin
meerdere schapen verbleven, een metalen en houten hek, waaraan die schapen
zich konden verwonden,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden.
2
hij op 29 september 2020 op een bedrijf aan [locatie delict] te
[plaats] , tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk,
meerdere schapen en paarden en een pony,
die niet werden gehouden in een gebouw, geen bescherming heeft geboden tegen
gezondheidsrisico’s,
immers lagen in weiland 1 en/of weiland 4 een hek en een
werktuig, waar die schapen en/of paarden en/of pony zich aan konden
bezeren en/of verwonden,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
3
hij in de periode van 14 oktober 2019 tot en met 29 september 2020op
een bedrijf aan [locatie delict] te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk, bedrijfsmatig gezelschapsdieren, te weten
honden en/of puppy’s ten verkoop in voorraad heeft gehouden en/of heeft
gehouden ten behoeve van opvang en/of heeft gefokt ten behoeve van verkoop
en/of aflevering van nakomelingen, terwijl
- die activiteiten werden verricht in een inrichting die niet overeenkomstig artikel