In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 21 juni 2021 en liep tot 21 juni 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, omdat de kinderen nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door traumaklachten als gevolg van huiselijk geweld gepleegd door de vader. De moeder was niet aanwezig op de zitting vanwege een ziekenhuisopname, maar de GI heeft aangegeven dat zij instemt met de verlenging.
Tijdens de zitting zijn de vader en twee vertegenwoordigsters van de GI gehoord. De vader steunt het verzoek van de GI en hoopt op contactherstel met de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel geen contact willen met hun vader en dat gedwongen omgang averechts zou werken. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen, maar slechts voor een periode van zes maanden, om de voortgang van de behandeling van de trauma's van de kinderen te kunnen monitoren. De GI is opgedragen om uiterlijk twee weken voor de pro forma datum van 1 november 2022 te rapporteren over de actuele stand van zaken.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 22 juni 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.