Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vordering en de grondslag daarvan
3..De beoordeling
4..De beslissing
€ 374,00 aan salaris voor de gemachtigde;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Rembrandt Propco III B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. Rembrandt, vertegenwoordigd door mr. J.P. Van Oudenhoven, vorderde ontruiming van een woning wegens huurachterstand. De gedaagde had een huurachterstand opgebouwd van € 7.382,78, en had eerder ook al huurachterstanden laten ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een spoedeisend belang voor Rembrandt en dat de gedaagde correct was opgeroepen voor de zitting. Aangezien de gedaagde niet verschenen was, werd verstek verleend. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar was, gezien de hoogte van de huurachterstand en de eerdere tekortkomingen van de gedaagde. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de maandelijkse huur tot de ontruiming, en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.