In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2022 een beschikking gegeven betreffende de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige 1]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 30 maart 2022 een verzoek ingediend voor de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder niet aanwezig was. De Raad heeft zorgen geuit over de onveilige thuissituatie, waarin [voornaam minderjarige 1] getuige is van ernstig huiselijk geweld door de vader. Ondanks een contactverbod houdt de vader zich niet aan de regels, wat de veiligheid van [voornaam minderjarige 1] en zijn (half-)zussen in gevaar brengt. De moeder heeft moeite om de veiligheid van de kinderen te waarborgen en is wantrouwend tegenover hulpverlening. De kinderrechter oordeelt dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is en stelt [voornaam minderjarige 1] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, met ingang van 26 april 2022 tot 14 december 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden.