ECLI:NL:RBROT:2022:5627

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 april 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
C/10/635074 / JE RK 22-607
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen met benoeming bijzondere curatoren

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat er onvoldoende probleembesef is bij de ouders. De ondertoezichtstelling van de kinderen wordt verlengd tot 7 mei 2023, en de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verleend voor de duur van negen maanden. De kinderrechter heeft ook drs. K. Singendonk en mr. G.E. van der Pols (her)benoemd tot bijzondere curatoren om de belangen van de kinderen te behartigen. De kinderrechter heeft de betrokkenheid van de jeugdbescherming en de noodzaak van hulpverlening benadrukt, en de ouders zijn aangemoedigd om samen te werken met de betrokken instanties. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die momenteel in een gezinshuis-plus verblijven waar zij de nodige zorg en begeleiding ontvangen. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er een raadsonderzoek zal plaatsvinden naar de toekomst van de kinderen, en dat de GI rapportages moet aanleveren over de voortgang van de situatie.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/635074 / JE RK 22-607
datum uitspraak: 26 april 2022
beschikking verlenging ondertoezichtstelling, verlenging machtiging tot uithuisplaatsing en (her)benoeming bijzondere curatoren
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2014 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2018 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] ,

drs. K. SINGENDONK,

hierna te noemen de bijzondere curator (BC) Singendonk, kantoorhoudende te Rotterdam,

mr. G.E. VAN DER POLS,

hierna te noemen de bijzondere curator (BC) Van der Pols, kantoorhoudende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 9 maart 2022, ingekomen bij de griffie op 15 maart 2022.
Op 19 april 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. J.P.M. Castelein,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.A.A.H. van Leur,
- de bijzondere curator Singendonk,
- de bijzondere curator Van der Pols,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verblijven in een gezinshuis-plus.
Bij beschikking van 26 april 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 7 mei 2022.
Bij beschikking van 26 oktober 2021 zijn drs. K. Singendonk en mr. G.E. van der Pols tot bijzondere curatoren over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] benoemd voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 7 mei 2022.
Bij beschikking van 11 januari 2022 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 7 mei 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens heeft de GI verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlenen, met ingang van 6 mei 2022 (
de kinderrechter begrijpt: 7 mei 2022) voor de duur van een jaar.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Er is nog steeds sprake van (dezelfde) zorgen. De kinderen zijn beschadigd en zij hebben een achterstand opgelopen. Door het gebrek aan stabiliteit in de opvoedsituatie is hulpverlening echter tot op heden niet van de grond gekomen. De ouders hebben weinig tot geen zelfinzicht en zij plaatsen problemen buiten zichzelf. Daarnaast verloopt de samenwerking tussen de ouders en de GI niet goed, wat mede heeft geleid tot de vele wisselingen van jeugdbeschermers. Sinds februari 2022 zijn er dan ook drie jeugdbeschermers betrokken bij het gezin. De GI heeft eerder een opvoedbesluit genomen en inmiddels heeft de GI de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) gevraagd een onderzoek te verrichten naar de vraag of gezagsbeëindiging passend zou zijn. Op dit moment verblijven de kinderen in een gezinshuis-plus, waar alleen pedagogische medewerkers aanwezig zijn. De kinderen kunnen hier voor langere periode verblijven. Er vindt wekelijks contact plaats tussen de ouders en de kinderen. De ene week vindt dit contact op fysieke wijze plaats en de andere week via beeldbellen. De bezoeken verlopen echter veelal chaotisch en rommelig. De ouders bieden de kinderen onvoldoende structuur en zij belasten de kinderen met hun eigen emoties. Er is nog geen sprake van een stabiel(e) relatie/contact tussen de ouders en de kinderen. Positief is echter wel dat de ouders leuke activiteiten bedenken die zij met de kinderen tijdens de bezoeken kunnen doen. Bezien zal worden hoe de bezoeken verder kunnen worden ingevuld.
Verder heeft er recent een groot overleg plaatsgevonden waarbij concrete afspraken zijn gemaakt. Zo kunnen de kinderen eenmalig naar hun eigen tandarts en huisarts gaan voor controle, omdat de ouders zich zorgen maken over de gezondheid van de kinderen in het gezinshuis-plus. De GI neemt deze zorgen serieus; de GI legt deze zorgen direct bij het gezinshuis-plus neer en koppelt dit daarna (binnen 48 uur) terug aan de ouders. Ook zijn er afspraken gemaakt rondom de communicatie om ervoor te zorgen dat de bezoeken minder spanningsvol zullen verlopen. Daarnaast zal de inzet van Coachpoint en de rol van de pleegouders (van de moeder) worden bezien. Tevens zal er de komende periode een persoonlijkheidsonderzoek (PO) worden afgenomen bij [voornaam minderjarige 1] , zodat duidelijkheid wordt verkregen over haar problematiek en passende hulpverlening kan worden ingezet. [voornaam minderjarige 2] zal – zodra de financiering hiervan rond is – op een reguliere peuterspeelzaal starten. Aan de hand daarvan kan worden bezien welke hulpverlening passend is voor [voornaam minderjarige 2] . Desgevraagd staat de GI achter de (her)benoeming van de bijzondere curatoren. De GI verwacht dat het vertrouwen van de ouders in het proces wordt vergroot doordat de bijzondere curatoren als ‘objectieve partij’ betrokken blijven.

Het standpunt van de vader

Door en namens de vader wordt geen verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader staat hier achter. Door en namens de vader wordt wel verweer gevoerd tegen de (verlenging van) de machtiging tot uithuisplaatsing. Dit wordt als volgt toegelicht.
Ter aanvulling op het betoog van zijn advocaat geeft de vader ter zitting weer dat hij wil dat de kinderen zo snel mogelijk terug worden geplaatst bij de moeder en dat vanuit daar gedeeld ouderschap moet worden vormgegeven. Profila, Homestart en ASVZ kunnen de ouders dan afwisselend ondersteunen waardoor er iedere dag van de week hulpverlening aanwezig kan zijn. Hoewel de vader op dit moment twee keer per week begeleiding vanuit het Leger des Heils (hierna: LDH) krijgt, heeft de vader aangegeven hiermee te willen stoppen. Verder betreurt de vader het dat er ter zitting zorgpunten naar voren worden gebracht die niet in de verslagen terug te lezen zijn. Daarnaast hebben de ouders zorgen over (de gezondheid van) de kinderen. De kinderen hebben aften in de mond en zij hebben onverklaarbare blauwe plekken op hun lichaam. Ook is er bij [voornaam minderjarige 2] nog steeds sprake van diarree. De ouders uiten deze zorgen na afloop van de bezoeken (telefonisch) bij de GI en niet in het bijzijn van de kinderen. Verder staat de vader achter de inzet van hulpverlening die nodig is voor de kinderen.

Het standpunt van de moeder

Door en namens de moeder wordt ter zitting aangesloten bij het standpunt van de vader. Verzocht wordt de (verlenging van de) machtiging tot uithuisplaatsing in duur te bekorten, te weten voor de duur van drie maanden en het overige verzochte aan te houden om zodoende een vinger aan de pols te houden.
In de afgelopen periode zijn er geen tot nauwelijks stappen gezet. De betrokkenheid van de drie jeugdbeschermers zorgt voor onrust. Onduidelijk is aan wie de ouders hun vragen kunnen stellen. Daarnaast is het problematisch dat de GI onvoldoende anticipeert op haar eigen doelgroep. Het is van belang dat er sprake is van één aanspreekpunt en duidelijke terugkoppeling en communicatie richting de ouders. Alleen op die manier kan er rust in de situatie komen waardoor ook de bezoeken tussen de kinderen en de ouders beter verlopen. Desgevraagd heeft de moeder hierover geen klacht ingediend, nu zij op constructieve wijze tot een oplossing wil proberen te komen. Verder krijgt de moeder op dit moment hulpverlening vanuit het LDH. Daarnaast heeft de moeder een woning gekregen met een woningbegeleidingsovereenkomst. De moeder komt haar afspraken na en zij is bezig om stabiliteit in haar leven te brengen. Al met al hoopt de moeder graag weer moeder te kunnen zijn. Daarnaast hebben de pleegouders (van de moeder) aangegeven (de ouders) bij het proces te willen ondersteunen. Dit kan rust en ruimte bieden, wat de samenwerking ten goede zal komen. Desgevraagd staat de moeder achter de (her)benoeming van de bijzondere curatoren.
Ter aanvulling op het betoog van haar advocaat deelt de moeder ter zitting mee dat de bezoeken met de kinderen plaatsvinden in Zetten, op kantoor van de GI of in een loods. Het is niet verwonderlijk dat er daardoor sprake is van onrust tijdens de bezoeken. Verder maakt de moeder zich zorgen over de kinderen. Zij hebben blauwe plekken. [voornaam minderjarige 1] geeft aan dat zij geslagen en gepest wordt en dat zij niet op haar plek zit. Daarnaast gaat [voornaam minderjarige 2] niet naar school. [voornaam minderjarige 2] slaat en scheldt de vader uit. Het is noodzakelijk dat hulpverlening voor de kinderen wordt ingezet en dat de kinderen duidelijkheid krijgen.

Het standpunt van de bijzondere curatoren

De BC Singendonk ondersteunt ter zitting het verzoek van de GI. Ook staat zij achter het onderzoek dat de GI heeft aangevraagd bij de Raad. Het is echter zorgelijk dat de hulpverlening voor de kinderen is uitgebleven. Bij [voornaam minderjarige 2] is sprake van een achterstand in taalontwikkeling en in januari 2022 is aangegeven dat [voornaam minderjarige 2] naar de peuterspeelzaal moet. Dit is tot op heden niet van de grond gekomen. Ook [voornaam minderjarige 1] vertoont problematisch gedrag. De BC stelt ter zitting voor paardentherapie in te zetten voor [voornaam minderjarige 1] totdat het PO bij haar wordt afgenomen. Tot slot is het van belang de pleegouders van de moeder te betrekken bij het proces. De pleegouders van de moeder waren aanwezig bij het grote overleg en zij zorgden voor de-escalatie van de situatie.
De BC Van der Pols brengt ter zitting naar voren dat hij de noodzaak inziet van het verzoek van de GI. Hij is blij met de inzet van drie jeugdbeschermers en hij heeft het gevoel dat er nu wel wordt doorgepakt. Afgelopen week heeft er een groot overleg plaatsgevonden waarbij afspraken zijn gemaakt. Desgevraagd is de BC Van der Pols bereid de (her)benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. De vraag is echter of hiertoe de noodzaak nog bestaat, nu de kinderen op een passende plek verblijven en er sprake is van contact tussen de kinderen en de ouders. Hij stelt ter zitting voor Coachpoint in te zetten bij het vervoer van en naar en het begeleiden van het contact tussen de kinderen en de ouders. Hierdoor zouden de bezoeken minder stressvol kunnen verlopen. Het is immers van belang dat het contact tussen de ouders en de kinderen blijft behouden. Tot slot zouden de pleegouders van moederszijde een positieve invloed kunnen uitoefenen op het proces.

De beoordeling

Ten aanzien van de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing: Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] nog altijd ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. In de afgelopen periode zijn [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] door omstandigheden helaas meerdere malen van opvoedsituatie gewisseld. De problemen waar zij mee kampen, waren er echter al toen zij nog bij hun ouders woonden. [voornaam minderjarige 1] vertoont problematisch en zelfbepalend gedrag. Zij moet duidelijk begrensd en consequent benaderd worden. Zij lijkt het gezag van de medewerkers van het gezinshuis steeds beter te accepteren, wat rust geeft. Bij [voornaam minderjarige 2] is onder meer sprake van een achterstand in zijn spraak- en taalontwikkeling. Gezien deze problemen vragen de kinderen extra veel van hun opvoeders. Bij beide ouders is onvoldoende probleembesef aanwezig en zij erkennen de bestaande zorgen van de kinderen onvoldoende. De ouders zijn, mede door hun eigen problematiek, onvoldoende in staat om op passende wijze aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. Gelet hierop, om de ouders te ondersteunen en om bovenal de belangen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te waarborgen, acht de kinderrechter voortzetting van de betrokkenheid van een jeugdbeschermer, in het kader van de ondertoezichtstelling, van belang. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] dan ook verlengen voor de door de GI verzochte duur. De komende periode is het van belang dat zo spoedig mogelijk een PO wordt afgenomen bij [voornaam minderjarige 1] en dat aan de hand van de uitkomsten daarvan passende hulpverlening voor haar wordt ingezet. Daarnaast is het in het belang van [voornaam minderjarige 2] noodzakelijk dat hij zo spoedig mogelijk naar de peuterspeelzaal kan gaan en dat hiervoor (nogmaals) alles op alles wordt gezet om dit te realiseren.
De GI wordt verzocht om uiterlijk op de hierna vermelde pro forma datum een briefrapportage (met afschrift aan de belanghebbenden, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur) te overleggen over de stand van zaken op dat moment en aan te geven of het verzoek voor het overig verzochte wordt gehandhaafd.
Ten aanzien van de (her)benoeming van de bijzondere curatoren:
Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouder of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
De kinderrechter is van oordeel dat er vooralsnog sprake is van een dergelijke situatie. [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] zijn gebaat bij een onafhankelijk persoon, die luistert naar hun stem, onderzoekt wat in hun belang is en een vinger aan de pols houdt ten behoeve van het inzetten van de noodzakelijk geachte hulpverlening en (de uitkomsten van) het onderzoek van de Raad naar gezagsbeëindiging.
Drs. K. Singendonk en mr. G.E. van der Pols hebben zich ter zitting bereid verklaard de (her)benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. Daarbij hebben alle betrokkenen ter zitting aangegeven achter de (her)benoeming van de bijzondere curatoren te staan. De kinderrechter (her)benoemt daarom drs. K. Singendonk en mr. G.E. van de Pols tot bijzondere curator over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] , met als opdracht de belangen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] zowel in als buiten rechte te behartigen en al het nodige te doen wat in hun belang is.
De kinderrechter bepaalt dat de (her)benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 7 mei 2023.
De bijzondere curatoren worden ook verzocht uiterlijk op de pro forma-datum te rapporteren over hun bevindingen tot dan toe, met afschrift aan de GI, de belanghebbenden, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 7 mei 2023;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder (gezinshuis), tot 7 februari 2023;
(her)benoemt tot bijzondere curatoren teneinde [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] in en buiten rechte te vertegenwoordigen: drs. K. Singendonk, kantoorhoudende aan de Schiekade 830, 3032 AL Rotterdam en mr. G.E. van der Pols, kantoorhoudende aan de Boergoensevliet 168, 3082 KX Rotterdam;
bepaalt dat de (her)benoemingen tot bijzondere curator gelden voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 7 mei 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 1 december 2022 pro forma;
bepaalt dat de GI, de belanghebbenden, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk op de genoemde pro forma datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur) de verzochte rapportage te doen toekomen;
verzoekt de bijzondere curatoren uiterlijk op de genoemde pro forma datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden, mr. J.P.M. Castelein en mr. R.A.A.H. van Leur) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2022 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.