In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor zes maanden, evenals de uithuisplaatsing bij de vader. De ouders, die beiden bijgestaan werden door een advocaat, hebben verschillende standpunten ingenomen over de opvoedsituatie en de toekomst van de kinderen. De vader benadrukte zijn stabiliteit en de goede ontwikkeling van de kinderen bij hem, terwijl de moeder zich niet verzette tegen de verlenging, maar wel bezorgd was over de opvoedvaardigheden van de vader en de communicatie tussen de ouders. De kinderrechter oordeelde dat de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing noodzakelijk waren om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders en de onduidelijkheid over de woonomstandigheden van de moeder. De kinderrechter verlengde de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 24 december 2022, met de nadruk op het belang van hulpverlening voor de ouders om de communicatie te verbeteren. De beschikking werd mondeling gegeven en is uitvoerbaar bij voorraad.